Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Voorkennistoets H13
gedaan?
Slide 1 - Diapositive
Deze les
korte bespreking par 13.1 Analyse en onderzoek
korte oefening (opfrissen reacties)
uitleg par 13.2 Chromatografie a.d.h.v. afbeeldingen en filmpjes
check op geleerde via vragen
Slide 2 - Diapositive
13.1 Analyse en onderzoek
Kwalitatief en kwantitatief
scheidingsmethoden vaak vóór analyse
Reagentia
Onderzoek
Slide 3 - Diapositive
Vraag 5
a. Zwaveldioxide en joodwater (redoxreactie)
b. Koolstofdioxide in kalkwater (zuur-basereactie)
c. Wit kopersulfaat en water (Er onstaat een pentahydraat)
Slide 4 - Diapositive
13.2 Chromatografie
papierchromatografie
dunnelaagchromatografie (DLC/TLC)
kolomchromatografie
vloeistofchromatografie (HPLC)
gaschromatografie (komt terug in §13.3)
Slide 5 - Diapositive
Leerdoel
Je kunt, aan de hand van het werkingsprincipe van chromatografie, een chromatogram interpreteren en voorspellen.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
stationaire fase
mobiele fase
hydrofiel
hydrofoob
verdelingsevenwicht
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Check op het geleerde
Kun je nu aan de hand van het werkingsprincipe van chromatografie, een chromatogram interpreteren en voorspellen?
Slide 10 - Diapositive
Check op het geleerde
Kun je nu aan de hand van het werkingsprincipe van chromatografie, een chromatogram interpreteren en voorspellen?
Er volgen twee vragen gebaseerd op opdracht 371 vragenbundel
Slide 11 - Diapositive
Paracetamol maken
Slide 12 - Diapositive
Wat gebeurt er met de Rf-waarde van paracetamol als Jessica i.p.v. een mengsel van petroleumether en aceton gebruikmaakt van een ander mengsel (andere verhouding) als loopvloeistof?
A
Nog steeds 0,7, want de Rf-waarde is onafhankelijk van het soort loopvloeistof
B
Anders dan 0,7, want de Rf-waarde is afhankelijk van het soort loopvloeistof.
C
Dat kun je niet voorspellen. De Rf-waarden kan nog steeds 0,7 zijn óf anders dan 0,7.
Slide 13 - Quiz
Check. scheiding TLC
De door Jessica gemaakte paracetamol is mogelijk nog niet geheel zuiver. De (begin)stof 4-aminofenol heeft een andere Rf-waarde dan paracetamol.
Slide 14 - Diapositive
Neem aan het het TLC-plaatje apolair is. De loopvloeistof is een mengsel van petroleumether (92%) en aceton (8%). Wordt de Rf-waarde groter of kleiner?
A
De stof 4-aminofenol hecht minder sterk aan de stationaire fase van het dunnelaagplaatje. Het wordt dus sneller door het vloeistoffront meegenomen De RF-waarde > 0,7.
B
De stof 4-aminofenol hecht minder sterk aan de stationaire fase van het dunnelaagplaatje. Het wordt dus minder snel door het vloeistoffront meegenomen De RF-waarde < 0,7.
C
De stof 4-aminofenol hecht sterker aan de stationaire fase van het dunnelaagplaatje. Het wordt dus sneller door het vloeistoffront meegenomen De RF-waarde > 0,7.
D
De stof 4-aminofenol hecht sterker aan de stationaire fase van het dunnelaagplaatje. Het wordt dus minder snel door het vloeistoffront meegenomen De RF-waarde < 0,7.
Slide 15 - Quiz
Speciaal voor Olivier Meinema!
en alle ander 6e klassers (scheikunde)....
Slide 16 - Diapositive
kolomchromatografie
Een speciale variant van kolomchromatografie is ion exchange chomatochraphy. Wordt gebruikt voor scheiding eiwitten.
Verschil in lading van de bestanddelen in het monster bepaalt welke het snelst met de loopvloeistof zal worden meegevoerd (p.74 figuur 12).
Slide 17 - Diapositive
geladen eiwitten door lading op zijgroepen van aminozuren geladen onder invloed van pH