Hoofdstuk 5 Bewegen

Hoofdstuk 5 Bewegen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5 Bewegen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Eenheden (m/s, km/h) 
  • Snelheid berekenen
  • Gemiddelde snelheid
  • Remweg (stopafstand, reactie-afstand)

Slide 2 - Diapositive

Eenheden: km/h
km = kilometer
/ = per
h = uur (de h komt van hour, dat is uur in het Engels)

Voorbeeld: een auto rijdt 100 km/h.
Dus: in 1 uur legt de auto 100 kilometer af.


Slide 3 - Diapositive

Eenheden m/s
m = meter
/ = per
s = seconde

Voorbeeld: een fietser legt in 1 seconde 4 meter af.
Dus: de snelheid van de fietser is 4 meter per seconde.

Slide 4 - Diapositive

Eenheden omrekenen
Een snelheid in km/h kun je omrekenen naar meter per seconde en omgekeerd.

km/h naar m/s = delen door 3,6
m/s naar km/h = vermenigvuldigen 3,6

Slide 5 - Diapositive

Een auto rijdt 72 km/h.
Hoe groot is de snelheid in m/s?
A
10 m/s
B
15 m/s
C
20 m/s
D
25 m/s

Slide 6 - Quiz

Een fietser rijdt 5 m/s.
Hoe groot is de snelheid in km/h?
A
15 km/h
B
16 km/h
C
17 km/h
D
18 km/h

Slide 7 - Quiz

Snelheid berekenen
Snelheid is de afstand gedeeld door de tijd.

Formule: snelheid = afstand : tijd

  • Snelheid = m/s of km/h
  • Afstand = meter (m) of kilometer (km)
  • Tijd = seconde (s) of uur (h)

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld
Een auto rijdt een afstand van 160 km over de snelweg. De auto doet daar 2 uur over. De auto rijdt de hele tijd even snel.

Hoe groot is de snelheid van de auto?

Gegevens: afstand = 160 km, tijd = 2 h
Gevraagd: snelheid?
Uitwerking: snelheid = afstand : tijd
                          snelheid = 160 : 2 = 80 km/h

Slide 9 - Diapositive

Mr. Steur rijdt met zijn motor van Bergen op Zoom naar Breda. Hij rijdt gemiddeld 80 km/h en is totaal 30 minuten onderweg. Hij maakt geen wheelies.

Bereken de afstand. (formule: snelheid = afstand : tijd)
A
30 km
B
35 km
C
40 km
D
45 km

Slide 10 - Quiz

Gegevens: 
Gemiddelde snelheid = 80 km/h
Tijd = 30 minuten

Gevraagd: afstand

Formule: snelheid = afstand : tijd
                       (km/h)  =     (km)    :  (h)

1. Tijd omrekenen
30 minuten = 0,5 uur (h)

                 
2.  Bereken de afstand

Afstand = snelheid x tijd
                       = 80 km/h x 0,5 h
                       = 40 km

Slide 11 - Diapositive

Gemiddelde snelheid
Op de fiets van huis naar school rijd je soms snel en soms langzaam. De snelheid verandert dan terwijl je rijdt.  De snelheid is dus steeds anders.

Toch kun je de snelheid van de hele rit berekenen. Je berekent dan de GEMIDDELDE snelheid.

De gemiddelde snelheid kun je uitrekenen als je de afstand en de tijd weet. 

Slide 12 - Diapositive

Gemiddelde snelheid
De snelheid is de afstand gedeeld door de tijd. Ook de gemiddelde snelheid is de afstand gedeeld door de tijd. In een formule:

Gemiddelde snelheid = afstand : tijd

Ook hier kun je weer een berekening maken in m/s of km/h. Let erop dat de eenheden die je krijgt in een opdracht soms omgerekend moeten worden.
Bijv. 1 uur = 60 minuten = 3600 seconden.

Slide 13 - Diapositive

Karel traint voor een hardloopwedstrijd. Op een dag loopt hij 33 km en hij doet daar 3 uur over.

Wat is zijn gemiddelde snelheid?
A
10 km/h
B
11 km/h
C
12 km/h
D
13 km/h

Slide 14 - Quiz

Remweg

Slide 15 - Diapositive