Black friday

• Nederlands/NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Black friday

Wat is Black Friday?

Luisteroefening: herkennen van tekstdoelen:  overtuigen/overhalen/ informeren/amuseren

Op Black Friday vieren we de komst van Sinterklaas.

1. niet waar
2. waar

Black Friday valt op de vierde vrijdag november.

1. niet waar
2. waar

Black Friday

Rood en zwart
De winkels verkopen hun oude voorraad.

Veel omzet, veel winst. 
Cijfers veranderen van rood naar zwart.

Vanuit de USA

Waar komt Black Friday vandaan?

Black Friday komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten. Winkelketen Macy’s hield in 1924 een parade in New York om Thanksgiving te vieren en spoorde consumenten aan om kerstinkopen te doen. Met deze parade ontstond het idee om te gaan shoppen op de vrijdag na Thanksgiving. 

Wat betekent het als een bedrijf 'in de rode cijfers staat'?

1. Het bedrijf heeft veel geld in kas.
2. Het bedrijf maakt winst.
3. Het bedrijf investeert in groei.
4. Het bedrijf maakt verlies.

Wat is het tegenovergestelde van 'in de rode cijfers staan'?

1. In de zwarte cijfers staan
2. In de groene cijfers staan
3. In de blauwe cijfers staan
4. In de grijze cijfers staan

Waarom stormen de mensen naar binnen in de winkels?

1. Er zijn veel aanbiedingen.
2. Gratis spullen
3. Het brandalarm ging af.
4. Het is een wedstrijd.

Het ziet zwart van de mensen in de winkel

1. Veel mensen kopen zwarte feestkleding.
2. Het is druk in de winkel.
3. Klanten lezen de reclame voor Black Friday.
4. Klanten kunnen alleen contant betalen.

Wat is het doel van het filmpje?

1. informeren
2. geen doel
3. amuseren
4. overhalen