1.4 Leven van de Landbouw

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

1.4 Leven van de Landbouw

Lesdoelen

1. In deze paragraaf leer je hoe de landbouw ontstond.
2. In deze paragraaf leer je welke kenmerken de landbouwsamenleving had.
3. In deze paragraaf leer je hoe de landbouw werd verspreid en in Nederland kwam.

Programma

• Oefenso bespreken
• Herhaling
• Uitleg 1.4 leven van de landbouw
• werken aan leerdoelen 1.4

Oefenso bespreken

Samenleving van de jager-verzamelaars

landbouwsamenleving

landbouw-stedelijke samenleving

industriële samenleving

informatie samenleving

Noem de drie middelen van bestaan van Jager-verzamelaars.

Hoe leefden de jagers en verzamelaars? Gebruik het woord nomaden en leg uit wat dit betekent.

Continuïteit en verandering

• Continuïteit: Als er niets of bijna niets veranderd Voorbeeld: Mensen leefden tienduizenden jaren als jager-verzamelaars.

• Verandering: Als er dingen veranderen Voorbeeld:            Rond 9.000 v.chr beginnen de eerste mensen als boer te leven

De landbouwrevolutie

• De eerste landbouw ontstaat in de 'vruchtbare halvemaan'
•  Hier ontstond de akkerbouw: het planten en oogsten van gewassen.
• Ook begonnen mensen met het tam maken en houden van dieren: dit noemen we veeteelt.
• Samen noemen we dit: Landbouw

De landbouwrevolutie

Als er een grote verandering in de samenleving gebeurt dan noemen we dit vaak een revolutie. 

Daarom noemen we het overgaan van jagen-verzamelen naar boeren: de landbouwrevolutie

Wat is continuïteit?

Geef een voorbeeld van akkerbouw.

Landbouwsamenleving= een samenleving met als middel van bestaan: landbouw

Landbouw in Nederland

Oorzaak: Door bevolkingsgroei in het Midden-Oosten trokken mensen naar andere gebieden.

Gevolg: Rond 5300 v. Chr. werden de eerste  boerendorpen in Nederland gebouwd. Bij Elsloo in de buurt. 

Samenleving van Jager-verzamelaars

Landbouwsamenleving

Een heel ander soort leven

• Het leven als boer had voordelen en nadelen.

• Wat voor soort voor of nadelen kan je bedenken?

Aan de slag 

Beantwoord je leerdoelen van 1.4 met behulp van de Lessonup, je boek en je klasgenoten.

Bij welk van de woorden past deze afbeelding het best?

1. nomade
2. boer
3. landbouwsamenleving

Bij welk van de woorden past deze afbeelding het best?

1. Boer
2. samenleving van de jager-verzamelaars
3. landbouwrevolutie

De overgang van Jager-verzamelaar naar boer was een enorme verandering, we noemen dit daarom ook wel de.....

1. prehistorie
2. landbouwsamenleving
3. landbouwrevolutie

Bij welk begrip past deze afbeelding het best?

1. Jager-verzamelaar
2. landbouwsamenleving
3. historie

Door wie is deze uitspraak gedaan? " Morgen trekken we weer verder, we kunnen hier geen eten meer vinden. De dieren zijn ook al verder getrokken en wij gaan achter ze aan"

1. een Jager-verzamelaar
2. Een Boer

Door wie is deze uitspraak gedaan? " We wonen op een vaste plek in een huis, verder hebben we best veel bezittingen zoals potten en gereedschappen om het land mee te bewerken"

1. Een Jager-verzamelaar
2. Een Boer