2Tb Lezen 4.3 (2)

4.3 Lezen
Wat gaan we doen?
- We behandelen een deel van hoofdstuk 4.3

Doel:
Ik kan tekstsoorten herkennen
Ik kan uitleg geven over beeld en opmaak van een tekst
Ik kan het leespubliek van een tekst benoemen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4.3 Lezen
Wat gaan we doen?
- We behandelen een deel van hoofdstuk 4.3

Doel:
Ik kan tekstsoorten herkennen
Ik kan uitleg geven over beeld en opmaak van een tekst
Ik kan het leespubliek van een tekst benoemen

Slide 1 - Diapositive

het tekstdoel van een stripboek is
A
activeren
B
amuseren
C
informeren
D
overtuigen

Slide 2 - Quiz

Het tekst doel van een verjaardagsuitnodiging is
A
activeren
B
informeren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 3 - Quiz


Bij welke teksten is informeren het belangrijkste tekstdoel? (Meer antwoorden mogelijk)
A
een formulier om je op te geven voor een sportwedstrijd
B
een leestekst over de middeleeuwen in een schoolboek
C
de spelregels bij een nieuwe game

Slide 4 - Quiz

Bekijk onderstaand plaatje.

Slide 5 - Diapositive


Wat voor tekst is dit?
A
een krantenbericht
B
een reclameposter
C
een informatiefolder
D
een gedicht

Slide 6 - Quiz


Wat is het belangrijkste tekstdoel
van deze tekst?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 7 - Quiz

Tekstsoorten
tekstsoort
tekstdoel
voorbeeld
informatieve tekst
informeren
krantenbericht over een sportwedstrijd
tekst met een mening (betoog)
overtuigen
recensie van een film of game
activerende tekst
activeren
reclametekst voor een sponsoractie
amuserende tekst
amuseren
moppenpagina in de Donald Duck

Slide 8 - Diapositive

Beeld en opmaak
Een schrijver plaatst zijn tekst niet zomaar op een bladzijde of website. Hij houdt rekening met beeld en opmaak: de manier waarop de tekst is vormgegeven. Een ander woord voor beeld en opmaak samen = lay-out.

Bijvoorbeeld:
- de verdeling van de tekst over de bladzijde
- de keuze van de soort letters
- de keuze van de kleuren
- de keuze van de plaatjes bij de tekst 

Slide 9 - Diapositive

Welke van de vier is GEEN voorbeeld van beeld en opmaak?
A
de keuze van de soort letters
B
de keuze van de kleuren
C
de verdeling van de tekst in alinea's
D
de verdeling van de tekst over de bladzijde

Slide 10 - Quiz

Beeld en opmaak
Veel bedrijven hebben een eigen manier van vormgeven. Ze hebben een eigen huisstijl, dat wil zeggen dat ze altijd dezelfde soort letter, kleuren en plaatjes gebruiken. Ze hebben ook een logo, een plaatje waaraan je het bedrijf kunt herkennen.

Het doel is dat een lezer door beeld en opmaak direct weet van welk bedrijf de informatie is.

Slide 11 - Diapositive

Van welk bedrijf is dit het logo?
A
Burger King
B
KFC
C
MacDonald's
D
Febo

Slide 12 - Quiz

Leespubliek
Een schrijver schrijft zijn tekst voor een bepaalde groep lezers. Die noem je het leespubliek.

Hoe kom je te weten voor welk leespubliek een tekst is bedoeld? Let dan hierop:
• het soort plaatjes;
• de bron;
• het taalgebruik;
• het onderwerp;
• hoe de lezer wordt aangesproken: met u of jij.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Voor welk leespubliek is het tijdschrift
National Geographic Junior
geschreven?
A
kinderen en jongeren
B
vrouwen
C
pubermeiden

Slide 15 - Quiz

Voor welk leespubliek is het tijdschrift
Girlz!
geschreven?
A
kinderen en jongeren
B
vrouwen
C
pubermeiden

Slide 16 - Quiz

Voor welk leespubliek is het tijdschrift
Libelle
geschreven?
A
kinderen en jongeren
B
vrouwen
C
pubermeiden

Slide 17 - Quiz

Opdrachten
Maak nu opdracht 
3 t/m 6 en 8 
(p. 26 t/m 30)

Volgende les 

Slide 18 - Diapositive

Lesdoel was:
Ik herken tekstsoorten 
Ik leg uit wat beeld en opmaak van een tekst is
Ik benoem het leespubliek van een tekst 

Slide 19 - Diapositive

Tekstsoorten
tekstsoort
tekstdoel
voorbeeld
informatieve tekst
informeren
krantenbericht over een sportwedstrijd
tekst met een mening (betoog)
overtuigen
recensie van een film of game
activerende tekst
activeren
reclametekst voor een sponsoractie
amuserende tekst
amuseren
moppenpagina in de Donald Duck

Slide 20 - Diapositive

Beeld en opmaak
Een schrijver plaatst zijn tekst niet zomaar op een bladzijde of website. Hij houdt rekening met beeld en opmaak: de manier waarop de tekst is vormgegeven. Een ander woord voor beeld en opmaak samen = lay-out.

Bijvoorbeeld:
- de verdeling van de tekst over de bladzijde
- de keuze van de soort letters
- de keuze van de kleuren
- de keuze van de plaatjes bij de tekst 

Slide 21 - Diapositive

Leespubliek
Een schrijver schrijft zijn tekst voor een bepaalde groep lezers. Die noem je het leespubliek.

Hoe kom je te weten voor welk leespubliek een tekst is bedoeld? Let dan hierop:
• het soort plaatjes;
• de bron;
• het taalgebruik;
• het onderwerp;
• hoe de lezer wordt aangesproken: met u of jij.

Slide 22 - Diapositive