Les 2: bewegen

Bewegen is goed voor je!!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bewegen is goed voor je!!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Je weet waarom lichaamsbeweging goed is voor je gezondheid. 

Je weet hoeveel je moet bewegen per dag.

Je kunt je hartslag meten in rust en na een actie.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is en weten jullie
over Bewegen?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Wie voldoet hieraan?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je je hartslag voelen?
We gaan onze hartslag meten door:
1) Pols: met je wijs- en middelvinger bijelkaar, 
     lichtjes voelen met de vingertoppen, bij overgang pols/duim.      30 sec lang.
     Hoeveel keer tel je? Doe dat x2. Dat is je hartslag.
2) Keel: Zelfde als pols, alleen voorzichtig links of rechts 
     in je hals, achter je strottehoofd, voorkant nek.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht: Hartslag meten

Schrijf het volgende op het papier wat je krijgt van je docent.

A) Hoeveel hartslagen per minuut heb je in rust?
Nu ga je met de docent 30 squats doen
B) Hoeveel hartslagen per minuut heb je na 30 squats?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stelling is waar?
A
Door te bewegen heb je minder kans op hart- en vaatziekten.
B
Bewegen helpt je botten en spieren sterker te maken.
C
Van beweging wordt je gelukkiger en fitter.
D
Bewegen zorgt voor een hogere bloeddruk en dat is gezond

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stelling is waar?
A
Wanneer je hartslag en ademhaling omhoog gaat, noem je dat bewegen.
B
Bewegen is gezond en houdt je lichaam fit.
C
Fietsen, wandelen en en buitenspelen valt onder bewegen.
D
Stofzuigen en in de tuin werken of op de boerderij valt niet onder bewegen.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoveel minuten moet je minimaal bewegen per dag:
A
15 minuten
B
30 minuten
C
45 minuten
D
60 minuten

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel minuten moet je minimaal bewegen per week?
A
100 minuten
B
200 minuten
C
125 minuten
D
150 minuten

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Bewegen vermindert stress

A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Door stofje wat er in je hersenen wordt aangemaakt: endorfine. Snelst werkende anti-stress
Tillen doe je vooral met je ...?
A
Armspieren
B
Rugspieren
C
Beenspieren
D
Buikspieren

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar kan je lichaam door
bewegen?
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Botten kunnen bewegen
A
Ja
B
Nee
C
Soms
D
Vaak

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Scheenbeen
Knieschijf
Onderkaak
Opperarmbeen
Ribben
Schouderblad

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb jij de afgelopen 10 weken aan beweging gedaan en ben je daar tevreden mee na deze les?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions