Winterquiz

Winterquiz 
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMBOVoortgezet speciaal onderwijsPraktijkonderwijsLeerroute n1Leerroute n2Studiejaar 1,2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Winterquiz 

Slide 1 - Diapositive

Naar welke pooldieren is onrustig heen en weer lopen vernoemd?

Slide 2 - Question ouverte

Hoe noem je een gat in een dichtgevroren schaatsvijver?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe heet dit karakter uit Ice age?
A
Manny
B
Scrat
C
Sid
D
Diego

Slide 4 - Quiz

Waarin woont een Eskimo?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe heet deze sport?

Slide 6 - Question ouverte


Welk figuur maak je door op je rug in verse sneeuw te gaan liggen en je armen en benen te spreiden?

Slide 7 - Question ouverte

Wie zien we hier?
A
Giel de Winter
B
Stefan Jurriens
C
Thomas van der Vlugt

Slide 8 - Quiz

"Ich bin so schoan , ich bin so toll.
Ich bin der ... aus Tirol"
Wie komt er aus Tirol?

Slide 9 - Question ouverte

Maak de bekende term af: 'Koek en...'
A
Bitter
B
Kruikje
C
Zopie

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo

Met welke Katja maakte de Jeugd van Tegenwoordig dit kerstliedje?

Slide 12 - Question ouverte

Welke schaatstocht wordt geassocieerd met 'It Giet oan'?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Vidéo

Wat is Schultenbräu?
A
Sterke drank
B
Bier
C
Wijn
D
Fruitig drankje

Slide 15 - Quiz

Welke groente is het hoofdingrediënt van snert?

Slide 16 - Question ouverte

Met welke kleur wordt aangegeven dat een skipiste in de zwaarste categorie valt?

Slide 17 - Question ouverte

Waarmee kwam de Titanic in aanvaring waardoor hij zonk?
A
Walvis
B
IJsschots
C
Andere boot

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Vidéo

Wanneer kwam dit lied uit?
A
1970
B
2010
C
1990
D
2020

Slide 20 - Quiz

Welke stamppot bestaat traditioneel uit aardappel, winterpeen en ui?

Slide 21 - Question ouverte

Om echt veilig op een natuurwater te schaatsen moet het ijs van welke dikte zijn?
A
12 cm
B
16 cm
C
14 cm
D
18 cm

Slide 22 - Quiz

Waarom bevriest water in een vijver altijd bovenaan en niet onder in de vijver?
A
Omdat het water boven in de vijver kouder is dan beneden
B
Omdat het water onderaan niet kan bevriezen
C
Omdat er beneden vissen zwemmen en die maken het ijs stuk.

Slide 23 - Quiz

Wat stopten mensen vroeger onder hun jas om warm te blijven?
A
kranten
B
handdoeken
C
boomschors

Slide 24 - Quiz

Hoe heet de periode van inactiviteit die sommige dieren gebruiken om de winter door te komen?

Slide 25 - Question ouverte

Wat gebeurt er met water als de temperatuur onder de 0 graden zakt?
A
Het zet uit
B
Het krimpt

Slide 26 - Quiz

Waarom bevriezen zaden niet?
A
Ze zitten diep onder de grond
B
Ze bevriezen wel, maar kunnen daar tegen
C
Ze bevatten veel vet

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Vidéo

Uit welke film komt de sneeuwpop uit het filmpje?

Slide 29 - Question ouverte

In welke taal is 'Hiver' het woord voor winter?
A
Spaans
B
Duits
C
Italiaans
D
Frans

Slide 30 - Quiz

Hoe heten de Olympische spelen in de winter?

Slide 31 - Question ouverte

Vul het spreekwoord aan: Een scheve … rijden

Slide 32 - Question ouverte

Gaat de tijd, als we van zomer naar wintertijd gaan, voor- of achteruit?
A
Vooruit
B
achteruit

Slide 33 - Quiz

Wat is geen soort sneeuw?
A
Stuifsneeuw
B
Korrelsneeuw
C
Motsneeuw
D
Poedersneeuw

Slide 34 - Quiz

Waar moet je heen gaan als je kerst in de zomer wilt vieren?
A
Canada
B
New York
C
Moskou
D
Australië

Slide 35 - Quiz