Vakatelier 4 - Periode 1 - 20 21 - Mondelinge taalvaardigheid

• Taal
• HBO
• Studiejaar 1

0 tot 1 jaar

1 - 2,5 jaar 

2,5 tot 5 jaar

5 - 9 jaar

Voltooiingsfase

Prelinguale fase

Vroeglinguale fase

Differentiatiefase

In welke fase van de taalontwikkeling zit Thom? En Floor?

Prelinguale fase, vroeglinguale fase, differentiatiefase of voltooiingsfase?

Herken de taalontwikkelingsfase in het volgende fragment.

Benoem de fase en benoem wat je in het fragment ziet wat kenmerkend is voor deze fase.  

Herken de taalontwikkelingsfase in het volgende fragment.
Benoem de fase en benoem wat je in het fragment ziet wat kenmerkend is voor deze fase.

Welke activiteiten heb jij
in de klas gezien op het gebied
van mondelinge taalvaardigheid?

Welk spreekdoel past bij de beschreven casus? Leg uit.

Welke spreek- en luisterdoel komt er in deze oefening aan bod?
Welke luisterstrategie wordt er dus geoefend?

'Vertel elkaar een grap. Bedenk er zelf een of gebruik er een uit het boek. Let op stemgebruik, gebaren en spreekpauzes.'

Welke spreek- en luisterdoelen komen er in deze oefening aan bod?
Welke luisterstrategieën worden er dus geoefend?

Voer een gesprek over ‘het leven in de middeleeuwen’. Hoe was het om het kind van een boer te zijn? Of het kind van een kasteelheer? Was het leven toen veel  beter of slechter dan nu? Reageer op elkaar. Trek aan het eind van het gesprek een conclusie.

Debatteren in of buiten de klas.

Welke vaardigheden zijn van belang bij debatteren voor de leerkracht en de kinderen?

Debatteren in teams. 

Een spreekbeurt is een zinvolle mondelinge taalvaardigheid opdracht.

Reageer door je hand op te steken.

 

1. Wat neem je mee van dit vakatelier?
2. Wat geef je mee voor de volgende keer?