Les 4: Brandwonden

1 / 14
suivant
Slide 1: Vidéo
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Lesdoelen



  • Je kunt minimaal 3 oorzaken van een brandwond benoemen
  • Je weet de kenmerken van verbranding
  • Je weet minimaal 2 gevolgen van brandwonden
  • Je weet wanneer je professionele hulp moet inschakelen

Slide 2 - Diapositive

Oorzaken van brandwonden 
Ongeval met hete vloeistof
41%
Ongeval met vuur en vlammen
24%
Ongeval met steekvlammen
17%

Slide 3 - Diapositive

Oorzaken
Vuur = bijvoorbeeld vlam in de pan
Hitte = bijvoorbeeld heet oppervlak (oven) of heet water
Wrijving = bijvoorbeeld schuren over een wegdek
Straling = bijvoorbeeld van de zon of bij bestraling
Chemisch = bijvoorbeeld bijtende schoonmaakproducten
Elektriciteit
Berenklauw

Slide 4 - Diapositive

Brandwonden
                                                                      - Eerstegraads verbranding      
                                                                 - Tweedegraads brandwond
                                                              - Derdegraads brandwond

Slide 5 - Diapositive

Kenmerken verbranding.

Eerstegraads verbranding:
De huid is niet stuk (oppervlakkig beschadigd), soms opgezwollen, rood/ roze verkleurde, droge huid, prikkelend tot pijnlijk gevoel


Oppervlakkig tweedegraads brandwond:
Opperhuid is beschadigd tot in de lederhuid, glanzende/ rode huid, nat, blaren, pijnlijk, voelt soepel
Tweedegraads brandwond:
De lederhuid is meer aangetast dan bij een oppervlakkige tweedegraads brandwond, rood-witte kleur, nat, blaren, pijnlijk, voelt soepel


Derdegraads brandwond:
Zowel de opperhuid als de lederhuid zijn volledig beschadigd tot in het onderhuids vetweefsel, wit (gekookt), beige tot zwart (verbrand) van kleur, droog, nauwelijks pijnlijk, stug

Slide 6 - Diapositive

De diepte van een brandwond hangt af van verschillende factoren.
- De temperatuur
- De tijd dat de warmtebron inwerkt op de huid
- De oorzaak van de verbranding 
- De leeftijd van het slachtoffer 
- De plaats van de verbranding op het lichaam.

Slide 7 - Diapositive

Wanneer professionele hulp? 
  • Alle tweede- en derdegraads brandwonden
  • Inademing van rook of hete gassen
  • Verbranding door elektriciteit, chemische stoffen of stoom
  • Brandwonden bij kinderen jonger dan 5 jaar of volwassenen ouder dan 60 jaar

Slide 8 - Diapositive

Gevolgen van brandwonden
Warmteverlies, het lichaam verliest veel warmte omdat de huid de temperatuur niet kan vasthouden.
- Vochtverlies, de huid kan het vocht niet tegenhouden. 
Infectiegevaar, waar de huid defect is, kan door inwerking van bacteriën een infectie ontstaan.

Slide 9 - Diapositive

Hoe koel je brandwonden?
A
met lauw stromend water, net boven de wond
B
met koud water, op de wond
C
met koud water, net boven de wond
D
met lauw water, op de wond

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Wat doe je
  • Verwijder sierraden
  • Koel 10 min met lauw zacht stromend water (15-30 gr.)
  • Knip losse kleding weg
  • Brandwonden niet aanraken
  • Afdekken met huishoudfolie, niet verklevend verband of schone doek
  • Laat blaren heel

Slide 12 - Diapositive

Wanneer hoef je GEEN hulp in te schakelen?
A
Als het een volwassene is van 62 jaar met een brandwond
B
Als de schouders door de zon 1e graads verbrand zijn
C
Als een peuter een hete oven aanraakt
D
Als er hete dampen worden ingeademd

Slide 13 - Quiz

Lesdoelen



  • Je kunt minimaal 3 oorzaken van een brandwond benoemen
  • Je weet de kenmerken van verbranding
  • Je weet minimaal 2 gevolgen van brandwonden
  • Je weet wanneer je professionele hulp moet inschakelen

Slide 14 - Diapositive