Hoofdstuk 8
1 / 24
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke 3 soorten gerechten behoren tot de rechterlijke macht?
A
Hoge Raad
B
De Rechtbanken
C
De gerechtshoven
D
Het OM
Slide 2 - Quiz
Hoe noemt men de uitspraak van een rechter binnen de rechtbank?
A
Arrest
B
Vonnis
Slide 3 - Quiz
Hoe wordt de rechter genoemd van de rechtbank?
A
Kantonrechter
B
Raadsheer
C
Kinderrechter
D
Politierechter
Slide 4 - Quiz
Wie behoren er tot de staande magistratuur?
A
De rechters
B
De koning
C
OvJ
D
Leden OM
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Vidéo
Wat behandelt de politierechter?
A
Lichte overtreding
B
terrorisme
C
Eenvoudige misdrijven
D
zwaardere zaken
Slide 7 - Quiz
Hoe heet het rechtsgebied van een rechtbank?
A
Ressort
B
Arrondissement
C
Cassatie
D
herziening
Slide 8 - Quiz
Wat doet de economische politierechter?
A
Hij behandelt de economische overtredingen
B
Kinderen berechten
C
Eenvoudige aart
D
Hij behandelt de economische misdrijven
Slide 9 - Quiz
Met hoeveel rechters beslist de Hoge raad?
A
1
B
3
C
5
D
7
Slide 10 - Quiz
Wie behoren er tot de zittende magistratuur?
A
Leden OM
B
De rechters
C
OvJ
D
De Koning
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Vidéo
Welke 3 uitspraken heeft de rechter?
A
Veroordeling
B
Vrijspraak
C
Vonnis
D
Ontslag van rechtsvervolging
Slide 13 - Quiz
Wat is Arrest?
A
Uitspraak van gerechtshof
B
Uitspraak van Hoge raad
C
Uitspraak van rechtbank
D
Uitspraak HOVJ
Slide 14 - Quiz
Wat is herziening?
A
het OM of de verdachte de Hoge raad verzoekt een vonniherziening of revisie is een buitengewoon rechtsmiddel waarbij s of arrest te herzien
B
herziening of revisie is een buitengewoon rechtsmiddel waarbij de rechters of de OvJ de Hoge raad verzoekt een uitspraak te herzien
Slide 15 - Quiz
Welk van deze is geen wettige bewijsmiddel?
A
Eigen waarneming van de rechter
B
Verklaring van de verdachte
C
Eigen waarneming van verdachte
D
verklaring van de getuigen
Slide 16 - Quiz
Cassatie is het beroep dat aangetekend wordt bij de Hoge Raad tegen een uitspraak
van een lagere rechter, waarbij de Hoge Raad onderzoekt hoe de lagere rechter het
recht heeft toegepast en hoe hij zijn uitspraak heeft gemotiveerd
van een lagere rechter, waarbij de Hoge Raad onderzoekt hoe de lagere rechter het
recht heeft toegepast en hoe hij zijn uitspraak heeft gemotiveerd
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
Raadsheer...
A
Is de naam van de rechter bij de rechtbank
B
Is de naam van een rechter bij de hoge raad
C
is de advocaat van een verdachte
D
Is de naam van een rechter bij het gerechtshof
Slide 18 - Quiz
Wat is ressort?
A
Een ressort is het gerechtsgebied van een rechtbank, dat een aantal rechtsgebieden van de hoge raad omvat
B
Een ressort is het rechtsgebied van een gerechtshof, dat een aantal arrondissemen-
ten, ofwel rechtsgebieden van rechtbanken omvat
Slide 19 - Quiz
Wie behoren er tot de zittende magistratuur?
A
De advocaten-Generaal
B
De HOvJ
C
De rechters
Slide 20 - Quiz
Wat is de taak van de Procureur-Generaal bij de hoge raad?
A
Geeft leiding aan het parket bij de hoge raad waar onder meer de administratie van de hoge raad wordt gevoerd
B
Vervolgen leden Staten-Generaal, ministers en staatssecretarissen bij ambtsmisdrijf of ambtsovertreding.
C
Het instellen van cassatie in het belang der wet
Slide 21 - Quiz
Waar beslist de rechter over?
A
Of de verdachte hiervoor strafbaar is
B
Of bewezen is dat het feit door de verdachte is begaan
C
Of het bewezen verklaarde feit volgens de wet een strafbaar feit is
Slide 22 - Quiz
Wanneer doet een rechter de uitspraak 'ontslag van alle rechtsvervolging'.
A
Feit is geen strafbaar feit
B
Onvoldoende bewijs
C
Als er geen tijd is voor een terechtzitting
D
De verdachte is niet strafbaar
Slide 23 - Quiz
Zijn jullie klaar voor het examen?
A
ja
B
nee
