ZP semester 2 H8 les 4 en/of 5

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1,2

LHBTIQ+

Wat betekent LHBTIQ+?

1. Lesbiennes, homoseksuelen, transgenders, biseksuelen, interseksen en queer
2. liefdeskoppels, homoseksuelen, travestieten, biseksuelen, iedereen en queen
3. Lesbiennes, hetero's, travestieten, bipolairen, iedereen en queer
4. liefdelozen, homoseksuelen, transgenders, biseksuelen, interseksen en quote

• L: lesbische vrouwen

• H: Homoseksuele mannen

• B: Biseksuele mensen

• T: Transgender

• I: Intersekse personen; geen man, geen vrouw, maar beide geslachtskenmerken

• Q: Queer; niet hetero, maar ook niet een van bovenstaande

Ken jij 1 of meerdere LHBTI-er(s)?

1. Ja, ik ken er 1
2. Ja, ik ken er meerderen
3. Nee
4. Ik heb hier nog nooit met iemand over gesproken

Is het onderwerp LHBTI bespreekbaar in je omgeving (vriendengroep, familie, etc)?

1. Ja
2. een beetje
3. Nee
4. Het onderwerp is Taboe

https:

• Is er bij Bas sprake van discriminatie?

• Waarom wel/ niet? Motiveer je antwoord

• Vergelijk Artikel 1 (iedereen is gelijk en moet gelijk behandeld worden) met Artikel 6 (vrijheid van godsdienst en levensovertuiging) van onze Grondwet.

• Wat vind jij?

Formuleer je mening

- formuleer je mening en onderbouw je mening met een argument bij de volgende stelling

Maak gebruik van de argumentatiestructuur:

- Ik ben het eens met de stelling, omdat..............................…...

- Ik ben het niet eens met de stelling, want..........................……..

Stelling: Je kunt er niks aan doen op wie je verliefd wordt?

Stelling: twee mannen of 2 vrouwen moeten niet in het openbaar zoenen.

Info en vragen

coczeeland.nl

coach, docenten, IB'ers