herhalen voor M7

Welkom vandaag 
Planning
  • Planning
  • Daan en Elien
  • Herhalen



M7 bestaat uit
- Elektriciteit
- Zenuwstelsel van de mens

- Rekenen met het metriekstelsel
- Rekenen met formules

Toets vrijdag 11 april (week 15)
            Neem pen en rekenmachine mee

Nu week 15
Neem plaats en pak papier, pen en je huiswerk erbij
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
ScienceMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom vandaag 
Planning
  • Planning
  • Daan en Elien
  • Herhalen



M7 bestaat uit
- Elektriciteit
- Zenuwstelsel van de mens

- Rekenen met het metriekstelsel
- Rekenen met formules

Toets vrijdag 11 april (week 15)
            Neem pen en rekenmachine mee

Nu week 15
Neem plaats en pak papier, pen en je huiswerk erbij

Slide 1 - Diapositive

week/datum
Planning
10 april
herhalen stof
11 april
Toets over module 7
17 april
Start module 8
8 mei
9 mei
15 mei
16 mei
22 mei
23 mei
M7 opdrachten
- Poster: 4 april
- Een toets: 11 april
M8 opdrachten
- Een toets over formules en metriekstelsel (OVG)
- verslag

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk voor 11 april
Alles weten kennen en toepassen van
Module 7 zie ook planner ItsLearning

en  het boekje

En alle bronnen!

Slide 3 - Diapositive

Kennis: wat weet je (nog)
Inloggen op je laptop

timer
1:00
Let op de timer!

Slide 4 - Diapositive

Sleep de naam en de functie naar het juiste deel van de onderste draad.
koper
kunststof
geleider
isolator

Slide 5 - Question de remorquage

Sleep de juiste schakeling naar de juiste afbeelding.
serie
parallel
gemengd

Slide 6 - Question de remorquage

Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld als er teveel apparaten zijn aangesloten noem je:

.............................

Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld als de stroom niet door het apparaat gaat, maar weer rechtstreekst terug kan naar de spanningsbron noem je: 

................................
overbelasting
kortsluiting

Slide 7 - Question de remorquage

Zekering

Slide 8 - Diapositive

brand door
meet het stroonverbruik
ander woord voor zekering
heet worden en smelten
hier wordt de stroom verdeeld
3. de meterkast
2. het doorbranden
1. de stop
4. de elektriciteitsmeter
5. de zekering

Slide 9 - Question de remorquage

Waarom kunnen vogels dit wel?
A
Veren zijn een goede isolator.
B
Omdat ze de grond niet raken is er geen gesloten stroomkring.
C
Vogels zijn anders gebouwd, ze kunnen er goed tegen.
D
Hoog in de lucht is de spanning minder.

Slide 10 - Quiz


Bij welke schakeling of schakelingen is er kortsluiting?
A
Alleen A
B
A, D en E
C
D en E
D
A,B, D en E

Slide 11 - Quiz

In een serieschakeling worden 2 lampjes gebruikt. Door de stroomkring gaat een stroom van 3. Hoe groot is de stroomsterkte van lampje 2?
A
1 Ampère
B
2 Ampère
C
3 Ampère
D
6 Ampère

Slide 12 - Quiz

Sleep de onderdelen naar de juiste plaats in de meterkast.
Zekering
Aardlekschakelaar
kWh-meter
groepenkast

Slide 13 - Question de remorquage

Kortsluiting, overbelasting of lekstroom?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting
C
lekstroom

Slide 14 - Quiz

In de meterkast zitten verschillende dingen voor de veiligheid.
Een ding beschermt jou voor het geval je onder stroom kan komen te staan omdat er een beschadiging in de stroomkring zit. Wat is de naam van dat ding
A
aardlekschakelaar
B
hoofdschakelaar
C
de zekering
D
de kilowattuur meter

Slide 15 - Quiz

Een aardlekschakelaar zorgt ervoor dat er geen ......... ontstaat
A
overbelasting
B
kortsluiting
C
Brand
D
lekstroom

Slide 16 - Quiz

welke kleur heeft de draad voor de randaarde?
A
bruin
B
blauw
C
zwart
D
geel/groen

Slide 17 - Quiz

Randaarde beschermt:
A
Het huis tegen brand
B
De mens tegen stroom

Slide 18 - Quiz

Wat is kortsluiting?
A
Te veel stroom op een stroomkring
B
Een beschadiging inde stroomkring zodat de stroom een kortere weg kiest
C
stroom voor kleinere apparaten
D
als je een tekort snoertje wilt gebruiken

Slide 19 - Quiz

In het huis van de familie Bosland zijn de installatie en de
apparaten beveiligd met randaarde en zekeringen.
Ook een losse contactdoos heeft randaarde.

Welke aansluiting in de contactdoos is de randaarde?

A
aansluiting 1
B
aansluiting 2
C
aansluiting 3

Slide 20 - Quiz

Randaarde voorkomt
A
kortsluiting
B
gevaarlijke spanning op het omhulsel van een apparaat
C
stroom die naar aarde loopt
D
dat je een schok krijgt als je iets in het stropcontact steekt

Slide 21 - Quiz

hoe heet dit
A
randaarde
B
dubbele isolatie
C
antischok
D
kunststof

Slide 22 - Quiz

Een defecte wasmachine maakt kortsluiting.
Dankzij dubbele isolatie van de wasmachine lekt er geen stroom weg. Toch wordt de groep uitgeschakeld door ...
A
de aardlekschakelaar
B
de kortsluiting
C
de zekering
D
de schakeldraad

Slide 23 - Quiz

7 Een aardlekschakelaar schakelt uit bij overbelasting.
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

Wat doet een aardlekschakelaar
A
Schakelaar die iets uit of aan zet.
B
Schakelt de stroom uit van een groep zodra er ergens stoom lekt.
C
Daarmee kan je meten hoeveel stroom er in de aarde zit.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 25 - Quiz

Waar of niet waar: bij kortsluiting sluit de aardlekschakelaar de stroom af.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Naar een stopcontact lopen altijd twee draden.
Deze draden zijn:
A
fase en nul
B
nul en aarde
C
schakeldraad en fase
D
schakeldraad en nuldraad

Slide 27 - Quiz

Een telefoon moet om op te laden 3 uur aan de lader. De lader heeft een vermogen van 10 W. Hoeveel energie gaat er in die tijd in de telefoon?

Slide 28 - Question ouverte

Een telefoon moet om op te laden 3 uur aan de lader. De lader heeft een vermogen van 10 W. Hoeveel energie gaat er in die tijd in de telefoon?
met uitleg

Slide 29 - Question ouverte

Op een zaklamp staat: 50 V en 2 A. De zaklamp staat 10 uren aan. Bereken de energie die deze zaklamp verbruikt in die tijd.

Slide 30 - Question ouverte

Op een zaklamp staat: 50 V en 2 A. De zaklamp staat 10 uren aan. Bereken de energie die deze zaklamp verbruikt in die tijd.
met uitleg

Slide 31 - Question ouverte


Wat zie je op de
afbeelding?

Kies het beste antwoord
A
Klieren
B
Het ruggenmerg
C
De zenuwen
D
Het zenuwstelsel

Slide 32 - Quiz


Een zintuigcel vangt prikkels op en zet die om in impulsen
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 33 - Quiz

Waar ontstaat een impuls?
A
in de zintuigcellen
B
in het zintuig
C
in de hersenen
D
in de prikkel

Slide 34 - Quiz

komt binnen bij je zintuigcellen
Elektrische signaaltje via een zenuw
Reactie
Respons
Prikkel
Impuls

Slide 35 - Question de remorquage

sensorische zenuwcel
motorische zenuwcel
schakelcel

Slide 36 - Question de remorquage

Check: Was de uitleg duidelijk en is het goed begrepen?

Slide 37 - Diapositive

Aan de slag 
Zie planner

Slide 38 - Diapositive

Pak je papier en pen om soepel te blijven

Slide 39 - Diapositive