A1 GROEP donderdag

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Programma
1. Start = samen praten in de kring
2. Luisteren naar het NOS journaal
3.Blauwe woorden bekijken/herhalen/huiswerk bespreken
4. Opdracht: grammatica oefenen
5. GS oefenen
6. Draaiwiel





Slide 2 - Diapositive

Samen praten over ?

1. Praat over jezelf. 

2. Praat over je familie/gezin.

3. Praat over het weekend.
Gooi de dobbelsteen!

4. Praat over wat je graag eet.

5. Praat over het weer.

6. Gooi nog een keer.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Werkwoorden
helpen
geven 
krijgen
vragen

Slide 5 - Diapositive

3.2 Het spellen van werkwoorden met een korte klank
De werkwoorden (2) 
zeggen-spellen-zitten -beginnen

Slide 6 - Diapositive


zeggen /zegg
ik zeg
jij zegt
hij/zij zegt

wij zeggen
jullie zeggen
zij zeggen

Spellen/spell
ik spel
jij spelt
hij/zij spelt

wij spellen
jullie spellen
zij spellen

Slide 7 - Diapositive

Ik zit
jij zit
u zit
hij zit
zij zit
wij zitten
jullie zitten
zij zitten
Ik begin
jij begint
u begint
hij begint
zij begint
wij beginnen
jullie beginnen
zij beginnen

Slide 8 - Diapositive

3.6 Het spellen van werkwoorden met een lange klank
De werkwoorden (2) 
wonen -spreken -maken -leren


Slide 9 - Diapositive

4.6 Woorden met -ig

twintig
dertig
veertig

gezellig
aardig
weinig

nodig
rustig
prettig
grappig
handig
gelukkig
veilig
lastig
regelmatig

Slide 10 - Diapositive

4.8 Vragen maken ?????

Wie 
Wat
Waar
Wanneer
Hoeveel
Bij een vraag maak je een zin met 3-2-1-3 ?
Wie bent u?
Wat doe je?
Waar ben je?
Wanneer kom je?
Hoeveel eet je?

Je/jij achter de 2 nooit een t

Slide 11 - Diapositive

Vragen maken in groepjes
met de praatplaat en de dobbelsteen

Om de beurt gooien, een vraag bedenken -zeggen en de vraag opschrijven

15 minuten oefenen
Dobbelsteen

1= wie?
2= wat?
3=waar?
4=wanneer?
5=hoeveel?
6= waarom?

Slide 12 - Diapositive

4.11 Vragen maken ?????

Wie ben jij?
Wat wil je drinken?
Waar woon je?
Wanneer kom je?
Hoeveel weegt dit?


Ben jij Julia?
Wil je iets drinken?
Woon je in Purmerend?
Kom je vrijdag?
Weegt dit zwaar?

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk   24/02/2023
7.1 opdracht 2-6 en 8/9


computeropdrachten 7.1

Slide 14 - Diapositive

6. 2 De/ Het 

de -> mannelijk
het-> onzijdig
Regel !!

woorden in het meervoud
altijd   de

verkleinwoorden altijd  het 

Slide 15 - Diapositive

6.4 woorden met ooi-aai-oei
mooi
nooit
 
saai 
draai

doei
foei

Slide 16 - Diapositive

Gooien met de dobbelsteen!
Maak een zin met willen.


1= ik
2= jij
3= hij




4= wij
5= jullie
6=zij

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Huiswerk bespreken:

7.5 opdracht 31-33 en 35-37

7.6 opdracht 39-41 en 43-44


Slide 19 - Diapositive