Carnaval 7/8

Carnaval
Carnaval
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Carnaval
Carnaval

Slide 1 - Diapositive

Wat is carnaval? 
Carnaval is van oorsprong een katholiek feest. Er wordt het begin van het vasten mee gevierd. Dit is de periode van veertig dagen voor Pasen, die begint op Aswoensdag. Om de vasten goed te kunnen ‘overleven’ wordt in de dagen voor Aswoensdag een feest gevierd; Carnaval!

Slide 2 - Diapositive

Waar wordt carnaval gevierd? 
Carnaval is dus een katholiek feest. Omdat het zuiden van Nederland nog overwegend katholiek is, of een katholieke achtergrond heeft, wordt hier het carnaval het meest gevierd.

Slide 3 - Diapositive

Wat betekent het woord:
Carnaval
A
Uit "carne"(vlees) en "vale" (vaarwel)
B
Uit "car" (kar) en "naval" (naval)
C
een gevallen kar
D
het is een woord dat niet bestaat

Slide 4 - Quiz

Waar denk jij aan bij carnaval?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Vidéo

Met carnaval is alles anders!
Dorpen en steden krijgen een andere naam. 
Mensen doen zich voor als iemand anders. 
De burgemeester geeft de sleutel van de stad aan de carnavalsprins. 

Slide 7 - Diapositive

Den Bosch heet Oeteldonk met carnaval. Maar hoe heet Rosmalen?
A
Krabbedonk
B
Zandhazendurp
C
Oetelhazendurp
D
Knollegat

Slide 8 - Quiz

Wanneer is het carnaval? 
De datum waarop we carnaval vieren is ieder jaar anders, net zoals Pasen ook elk jaar anders valt. Carnaval wordt 40 dagen voor Pasen gevierd. 

Slide 9 - Diapositive

Rijnlands carnaval
Carnaval begint op 11-11. 
Voorafgaand aan carnaval zijn er veel evenementen. Mensen zitten dan aan lange tafels en genieten van wat er op het podium gebeurt. Later gaan de tafels weg en wordt er gehost. 

Slide 10 - Diapositive

Waarom is 11 zo'n belangrijk getal tijdens carnaval?
A
Het is het gekkengetal.
B
Het is twee keer een 1 en mensen konden niet goed tellen vroeger.
C
Het komt na de 10.
D
Het is alleen deelbaar door zichzelf.

Slide 11 - Quiz

Reutemeteutrit
Pronkzitting
Kinderfeesten

Slide 12 - Question de remorquage

Carnaval in Zandhazendurp
We hebben hier een carnavalsprins. Hij heet Dirk Verbiesen. Zijn broer Ton is zijn adjudant. De prins mag zelf altijd de adjudant kiezen. Daarnaast is er een Raad van XI. Zij ondersteunen de prins en adjudant bij alle activiteiten. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Wat willen jullie weten van
prins Dirk d'n Urste?

Slide 15 - Carte mentale

Waarom weet juf Sophie zo veel van prins Dirk d'n Urste?
A
Het is haar broer.
B
Het is haar neef.
C
Het is haar echtgenoot.
D
Ze is gewoon mega fan.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Slide 20 - Lien

Wat weten we nog van de carnavalsagenda?

Slide 21 - Carte mentale

Vier jij carnaval?
JA
NEE

Slide 22 - Sondage

Opdracht:
EERST NOG EVEN EEN KAHOOTQUIZ!!
1.Maak je praalwagen af
2. Maak een carnavalsmasker
2. versier een boerenkiel

Slide 23 - Diapositive