Theorie examen Havo 5

Wat weet je nog van de behandelde theorie?
1 / 12
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat weet je nog van de behandelde theorie?

Slide 1 - Carte mentale

Een uiteenzetting is een
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
beschouwende tekst
D
activerende tekst

Slide 2 - Quiz

Welke tekstsoorten zijn er?

Slide 3 - Question ouverte

Uiteenzetting
Beschouwing
Betoog
Argumentatiestructuur
Voor- en nadelenstructuur
Deelonderwerpenstructuur

Slide 4 - Question de remorquage

Sleep de tekstdoelen naar het juiste plaatje
Informeren
Activeren
Amuseren

Slide 5 - Question de remorquage

Citeren is
A
Het antwoorden in eigen woorden
B
Het samenvatten van een alinea
C
Het overnemen van een tekstgedeelte
D
Het samenvatten van de hele tekst.

Slide 6 - Quiz

Signaalwoorden 
van voorbeeld
Signaalwoorden 
van voorwaarde
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van samenvatting
Signaalwoorden van oorzaak&gevolg
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van plaats
waarin
vervolgens
echter
omdat
kortom
ten tweede
mits
bijvoorbeeld
als
zoals
al met al
vervolgens
hierdoor
want
maar
daarentegen
ook

Slide 7 - Question de remorquage

Niet waar
Waar
De hoofdgedachte geeft antwoord op de hoofdvraag.
Hoofdgedachte en tekstonderwerp hebben altijd met elkaar te maken.
De hoofdgedachte staat altijd in de inleiding.
In een hoofdgedachte staan soms bijzaken.

Slide 8 - Question de remorquage

De hoofdgedachte geeft vaak aanwijzingen over het tekstdoel: 
De hoofdgedachte is een constatering 
De hoofdgedachte is een mening 
Overtuigen 
informeren 

Slide 9 - Question de remorquage

Slide 10 - Vidéo

Wat is de betekenis van causaliteit?
A
vaststelling
B
kritiekpunten
C
verband oorzaak - gevolg
D
veronderstelling

Slide 11 - Quiz

Wat is de betekenis van voorbehoud?
A
weerlegging
B
afzwakking
C
beschuldigende afkeuring
D
beperkende voorwaarde

Slide 12 - Quiz