Quiz H3 water

Waterdamp en stoom zijn gassen die je kunt zien.
A
waar
B
niet waar
1 / 21
suivant
Slide 1: Quiz
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Waterdamp en stoom zijn gassen die je kunt zien.
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quiz

Wat is geen fase van water ?
A
Vast
B
Gas
C
Vloeibaar
D
Nat

Slide 2 - Quiz

Een ijsklontje.
Welke fase is dit van water?
A
Vloeibaar
B
Gas
C
Hard
D
Vast

Slide 3 - Quiz

Een glaasje water.
Welke fase is dit van water?
A
Vloeibaar
B
Gas
C
Vast
D
Nat

Slide 4 - Quiz

Stoom.
Welke fase is dit van water?
A
Vloeibaar
B
Gas
C
Luchitg
D
Vast

Slide 5 - Quiz

Wat is geen vorm van Neerslag
A
Rijp
B
IJzel
C
Dauw
D
Het is alle 3 wel een vorm van Neerslag.

Slide 6 - Quiz

Stijgbuis
Reservoir
Schaalverdeling

Slide 7 - Question de remorquage

Welke eenheid word er in Nederland gebruikt voor temperatuur
A
Fahrenheit [ºF]
B
Celsius [ºC]
C
Kelvin [K]

Slide 8 - Quiz


A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)

Slide 9 - Quiz


A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)

Slide 10 - Quiz

Welke fase-overgang is er, wanneer je en gesmolten ijsje in de vriezer legt
A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)

Slide 11 - Quiz

Bij de fase-overgang
rijpen gaat water van ...
rijp
A
vast naar vloeibaar
B
gas naar vast
C
vloeibaar naar vast
D
gas naar vloeibaar

Slide 12 - Quiz

Het kookpunt is een stofeigenschap.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat is het vriespunt en smeltpunt van water?
v = vriespunt, s = smeltpunt
A
V = -10 ºC S = 10 ºC
B
V = 10 ºC S = -10 ºC
C
V = 0 ºC S = 0 ºC
D
V = 0 ºC S = 10 ºC

Slide 14 - Quiz

Vloeibaar
Vast
Gas

Slide 15 - Question de remorquage

Wat voor effect heeft zout op water?
A
Niets
B
Verlaagt het smeltpunt
C
Verhoogt het smeltpunt
D
verlaagt het kookpunt

Slide 16 - Quiz

Welke fase-overgang is de oorzaak dat het gras 's ochtends vroeg nat is van de dauw?
A
Condenseren
B
Vervluchtigen
C
Smelten
D
Verdampen

Slide 17 - Quiz

Welke fase-overgang is de oorzaak dat een sneeuwlaagje bij strenge vorst steeds dunner wordt?
A
Condenseren
B
Vervluchtigen
C
Smelten
D
Verdampen

Slide 18 - Quiz

Welke fase-overgang is de oorzaak dat de takken van de bomen en stuiken bedekt zijn met een witte laag, terwijl het niet heeft gesneeuwd?
A
Condenseren
B
Vervluchtigen
C
Rijpen
D
Verdampen

Slide 19 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 20 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 21 - Quiz