TH2m 26 mei DELEND LIDWOORD

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

BONJOUR

Ce cours:

Delend lidwoord

Le but : TAALTAAK spreken/schrijven

Quizlet A/C

Comment ça va?

😒🙁😐🙂😃

het delend lidwoord = de + .....

Bestaat niet in het Nederlands.

Als er in het Nederlands geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord komt dan krijg je in het Frans het delend lidwoord

Ik eet brood

Je mange du pain.

De + le   =

De + la   =

De + l'    =

De + les =

wat is een delend lidwoord?

1. un, une
2. du, de la, des
3. le, la, les

Een delend lidwoord gebruik je in het Frans, als je in het Nederlands.....

1. geen lidwoord gebruikt
2. het gebruikt
3. de gebruikt
4. een gebruikt

Tu veux ... coca ? (le coca)

Kies het juiste delend lidwoord.

1. du
2. de la
3. de l'
4. des

Geef het juiste delend lidwoord.
Elle prend ..... lait.
(le lait)

1. des
2. de la
3. de l'
4. du

Kies het juiste delend lidwoord:
Ma soeur demande ..........eau.

1. de l'
2. d'

Kies het juiste delend lidwoord:
Je prends une salade avec ___ poivrons.

1. du
2. des
3. de la
4. de l'

Je mange...... (les) frites

J'ai besoin (heb nodig) ...... (le) beurre

J'ai besoin ...... (ik heb nodig....)

farine (bloem, vrouwelijk)

J'ai besoin.....œufs (eieren)

Faire:

- Spreekopdracht in het Nederlands uitwerken in tweetallen

Let op de eisen per onderdeel!

- Schrijfopdracht in het Nederlands uitwerken:

ingrediëntenlijst, volgorde

Check-out: Hoe zeg je ....ik heb gegeten

Check-out: Hoe zeg je ....Ik eet frites

Check-out: Wat heb je vandaag geleerd? (en welke vraag heb je nog?)