H4.5

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

H4.5 

Waarin een klein land groot kan zijn

Nederland is ..

1. een centrumland (koploper)
2. semi periferie (volger)
3. periferie (achterblijver)

Nederland staat ..... op de wereldranglijst bbp/hoofd

1. hoog
2. laag
3. in het midden

Welke stelling past NIET bij Nederland?

1. een van de grootste zeehavens
2. een van de grootste exporteurs van landbouwproducten
3. veel arbeidsintensieve bedrijven
4. veel multinationals hebben hun hoofdkantoor in NL

beroepsbevolking van Nederland

In welke sector werken de meeste mensen in Nederland?

1. primaire sector (landbouw)
2. secundaire sector (industrie)
3. tertiaire sector (diensten)

1. In een rijk land is de handelsbalans positief: er wordt meer geëxporteerd dan geïmporteerd.
2. In een arm land is de handelsbalans positief er wordt meer geïmporteerd dan geëxporteerd.

1. Zin 1 is juist zin 2 is onjuist
2. zin 1 is onjuist zin 2 is juist
3. zin 1 en 2 zijn juist
4. zin 1 en 2 zijn onjuist

In welke sector werk je als je voor ASLM werkt?

1. primaire sector (landbouw)
2. secundaire sector (industrie)
3. tertiaire sector (diensten)

Welk bedrijf vind je in een een lagelonenland? 

arbeidsintensief 

Welke zin is NIET waar?

1. directe werkgelegenheid zorgt ook voor indirecte werkgelegenheid
2. Een kenmerk van hightech is dat er veel hoogopgeleide mensen werken.
3. Indirecte werkgelegenheid schept ook directe werkgelegenheid.
4. High tech industrie is kenmerkend voor centrumlanden

arbeidsintensieve bedrijven vertrekken hierheen 

door dit bedrijf komen er meteen banen bij

hieraan zie je dat de Nederlandse economie veelzijdig is

banen bij de toeleveringsbedrijven

lagelonenlanden

directe werkgelegenheid

indirecte werkgelegenheid

handelsbalans

Waarom past de titel: 'waarin een klein land groot kan zijn' bij Nederland?