318CH schrijfexamenvoorbereiding

Lesinhoud
Cijferberekening schrijfexamen
Schrijfproducten schrijfexamen
Planning komende tijd

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Lesinhoud
Cijferberekening schrijfexamen
Schrijfproducten schrijfexamen
Planning komende tijd

Slide 1 - Diapositive

Cijferberekening examen Ne
Lees- en luisterexamen
______________________________       + 
Schrijfexamen, Spreekexamen, examen 
Gesprekken voeren

: 2 = eindcijfer (afgerond op heel cijfer)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

3 schrijfproducten in 60 minuten
In het 2F-schrijfexamen:
artikel                                                                                   memo
zakelijke e-mail                             verslag(je)                 
informele e-mail                                                    
advertentie                                             
zakelijke brief                             
betoog/reactie     

Slide 5 - Diapositive

Planning
1 april: laatste les voor schrijfexamen + start voorbereiding spreekexamen / examen gesprekken voeren
8 april, 13:00 uur: schrijfexamen
15 april: voorbereiding spreekexamen en examen gesprekken voeren
22 april: voorbereiding en afname spreekexamen en examen gesprekken voeren
10 mei en later: examen spreken en gesprekken voeren

Slide 6 - Diapositive

Een altsax klinkt hoger ___ een tenorsax.
A
als
B
dan

Slide 7 - Quiz

Ik vind paprikachips even lekker ___ naturelchips.
A
als
B
dan

Slide 8 - Quiz

Vandaag speelde PSV minstens zo goed ___ gisteren.
A
als
B
dan

Slide 9 - Quiz

In deze sportschool zijn senioren net zo welkom ___ jongeren.
A
als
B
dan

Slide 10 - Quiz

Marcel finishte net iets eerder dan ___.
A
ik
B
mij

Slide 11 - Quiz

Er hingen 2 camera's: de....was kapot. Wat moet er op de .... staan?
A
linkercamera
B
linker camera

Slide 12 - Quiz

Linker en rechter worden aan het volgende woord vast geschreven als het links-zijn of rechts-zijn een vaste eigenschap is, zoals linkerbroekzak en linkervoet.

Als iets zich ‘toevallig’ links of rechts bevindt, ligt los schrijven meer voor de hand: dat linker boek en die rechter computer. Aaneenschrijven is niet ‘fout’.

LET OP: linker schoen (in een rij schoenen op een schoenenrek bijvoorbeeld) en linkerschoen (voor de linkervoet).

Slide 13 - Diapositive

Er zit een barst in de linker zij ruit.

Corrigeer linker zij ruit.
A
linkerzijruit
B
linker zijruit
C
linkerzij ruit

Slide 14 - Quiz

...waardoor het hek open ging.
A
open ging is correct
B
openging moet aan elkaar

Slide 15 - Quiz

Ook vroeg ik haar of zij nog een reserve sleutel had.
Is reserve sleutel goed geschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Samenstelling
Een samenstelling is een woord dat uit twee of meer woorden bestaat die ook zelfstandig kunnen voorkomen.
bierflesje
tafelpoot
Uitgangspunt: aan elkaar schrijven
Tenzij:
leesbaarheid - klinkerbotsing - uitzonderingen (niet-/ex- etc.)

Slide 17 - Diapositive

Wat is.....?
A
u email adres
B
uw emailadres
C
u e-mail adres
D
uw e-mailadres

Slide 18 - Quiz

Mijn..... is een..... .
A
ex-vriend niet-roker
B
ex vriend niet roker
C
ex-vriend niet roker
D
ex vriend niet-roker

Slide 19 - Quiz

Mijn ..... op mijn.....is erg ervaren.
A
stage begeleider stage plek
B
stagebegeleider stage-plek
C
stagebegeleider stageplek

Slide 20 - Quiz

Ik kijk erg uit naar jullie .
A
diploma uitreiking
B
diploma-uitreiking
C
diplomauitreiking

Slide 21 - Quiz

Ik weet het niet misschien een oud collega die wraak wilt. Wat is fout?

A
oud-collega is fout geschreven
B
wil moet zijn: wilt oud-collega met een -
C
niets

Slide 22 - Quiz

Ik wil graag aangifte doen .... mijn gestolen graafmachine.
A
voor
B
van
C
in

Slide 23 - Quiz

Hoe heet u en mag ik u legitimatie zien? Goed of fout?
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quiz

Samenstellingen
Tussen -n / Tussen -s
s-klank: die hoor je vanzelf (stad+café = ....)
Voeding+supplement =....
Twijfel je over tussen-s? 
Combineer met een ander woord: voeding+advies=.....




Quizlet.live

Slide 25 - Diapositive

Station + klok=
A
stationsklok
B
stationklok

Slide 26 - Quiz

kapper+zaak=...
A
kapperszaak
B
kapperzaak

Slide 27 - Quiz

Tussenletter (e)n of e
-(e)n: als het eerste deel in het meervoud op -en eindigt én geen meervoud op s heeft
kat+bak=......
-e: in alle andere gevallen
horloge+maker=.......
Let op: is er van het eerste deel van de samenstelling maar één van? Dan ook -e dus zon+schijn=.......

Slide 28 - Diapositive

maan+schijn
A
maneschijn
B
manenschijn

Slide 29 - Quiz

pan+koek
A
pannenkoek
B
pannekoek

Slide 30 - Quiz

Keuzemenu: tot 14:30 uur
1. Schrijfproduct naar keuze: B-boek, blz. 126 e.v.
2. ViaStarttaalOnline 3F-Stijl
3. ViaStarttaalOnline 3F-Spelling



www.quizlet.live: samenstellingen



Slide 31 - Diapositive