LA betrekkelijk vnw

• Latijn
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Latijn 

betrekkelijk vnw

Aan het eind van deze les kun je: 

Leerdoelen op voor deze les:

• herkennen betrekkelijk vnw
• goed kunnen vertalen

Herhaling

Herhaling betrekkelijk vnw

M             V                O

qui          quae        quod              = die, dat

cuius      cuius        cuius              = van wie, waarvan

cui           cui            cui                  = aan wie, waaraan, etc.

quem     quam      quod              = die, dat

quo         qua          quo                 = met wie, waarmee, etc.

 

Herhaling betrekkelijk vnw: relatieve aansluiting

* staat in de hoofdzin

* vertaal je als pers. vnw.

qui          quae        quod         = hij, zij, het/deze, zij (mv)

cuius      cuius        cuius         = van hem/haar, daarvan

cui           cui            cui             = aan hem/haar, daaraan, etc.

quem     quam      quod         = hem, haar, het/deze, hun,

quo         qua          quo            = met hem/haar, daaraan, etc.

 

Welke naamval is 'qui' ?

1. nominativus
2. accusativus
3. ablativus
4. dativus

Hoe vertaal je 'qui' in deze zin?

Marcus, qui in horto est, dormit.

1. die
2. voor wie
3. hij
4. met wie

Hoe vertaal je 'cuius' in deze zin?

Puellam video. Cuius nomen nescio
(nescio = ik weet niet).

1. van wie
2. van haar
3. aan wie
4. aan haar

Hoe vertaal je 'quem' in deze zin?

Marcum video. Quem voco.

1. die
2. dat
3. hij
4. hem

Hoe vertaal je 'quarum' in deze zin?

feminas video, quarum stolae pulchrae sunt.

1. die
2. van hen
3. van wie
4. waarvan

welk van de onderstaande woorden staan in de nominativus?
qui, quae, cui, quibus, quod, quam, quo

Hoe vertaal je 'quod' in deze zin?

Librum habeo. Quod Marco do (do = ik geef)

Hoe vertaal je 'quae' in deze zin?

Mater plurima videt. Quae autem non video.

Hoe vertaal je 'quae' in deze zin?

mater plurima videt, quae ego non video

1. dat
2. die
3. van wie
4. waarvan

Schrijf alle genitivusvormen van het betrekkelijk voornaamwoord op

Hoe vertaal je 'quibus' in de onderstaande zin?

puellas video, quibus libros dare volo.
(liber = boek)

1. die
2. voor wie
3. aan wie
4. met wie

Schrijf het rijtje van 'quae' op

Deel 2

Welk van de onderstaande vormen heeft een andere naamval?

1. cui
2. quo
3. quibus
4. qui

Welk van de onderstaande vormen heeft een andere naamval?

1. quae
2. qui
3. quos
4. quod

Hoe vertaal je 'cum quo' in deze zin?

culter, cum quo panem seco, acer est.
(culter = mes; secare = snijden)

Schrijf het rijtje van 'quod' op.

Hoe noem je het woord waar het relativum op terugslaat?

1. adiectivum
2. prepositie
3. bijwoord
4. antecedent

Wat is de juiste vertaling van 'quos cepit' in deze zin?

Caesar multos Gallos, quos cepit, interfecit.
(interficere = doden)