218AH psychiatrie

Psychiatrie
Een zorgvrager heeft last van stoornissen bij:
1. denken
2. emoties
3. gedrag
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Psychiatrie
Een zorgvrager heeft last van stoornissen bij:
1. denken
2. emoties
3. gedrag

Slide 1 - Diapositive

Angststoornis
Angst is een normaal en natuurlijke emotie
Het doel is om ons te waarschuwen voor gevaar
Bij een angststoornis is de angst te sterk en past niet bij de situatie

Slide 2 - Diapositive

Soorten angststoornissen
Sociale fobie: Het uit de weg gaan van andere mensen
Voorbeelden: niet naar een feestje gaan, niet naar sport of school gaan

Slide 3 - Diapositive

Soorten angststoornissen
https://www.youtube.com/watch?v=86fI-M_jGMc



Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Persoonlijkheidsstoornissen
1. paranoide stoornis: extreem wantrouwend
Zoekt overal iets achter denkt dat anderen complotten vormen

Slide 6 - Diapositive

Persoonlijkheidsstoornis
2. borderline: hevige stemmingswisselingen en emoties.
Kan moeilijk telaties aangaan en deze zijn vaak kort.
3. antisociale persoonlijkheidsstoornis: iemand heeft weinig respect voor de gevoelens van anderen. Ook weinig respect voor de spullen van iemand anders.

Slide 7 - Diapositive

Behandeling persoonlijkheidsstoornis
Het is aangeboren en zit in het karakter. Het is niet te genezen.
Behandeling is gericht om er mee om te gaan. Dit kan een psycholoog of therapeut zijn,

Slide 8 - Diapositive

Psychose
Iemand is het contact met de werkelijkheid verloren
1. hallucinaties: iemand voelt, ruikt, ziet en hoort dingen die er niet zijn.
Voor deze persoon is het werkelijkheid
Wanen: gedachten die niet kloppen met de werkelijkheid

Slide 9 - Diapositive

Wat is een agorafobie?
A
angst voor anderen mensen
B
smetvrees
C
angst voor open ruimten
D
angst na een trauma

Slide 10 - Quiz

Is een psychose tijdelijk of blijvend?
A
blijvend
B
tijdelijk

Slide 11 - Quiz

opdracht
maak de vragen op bladzijde 74 en 75 van je boek

Slide 12 - Diapositive