Gecijferdheid 1 - les 5

1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Groter of kleiner
Reken handig uit:
7,2 : 0,9 =

Slide 3 - Question ouverte

Cijferend delen met komma in quotiënt.
6/5\

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Astrid en Esma wilden hun vrienden op Coming Out Day laten weten dat ze een relatie hebben. Ze hadden 120 regenboogsleutelhangers gekocht om uit te delen. Ze kochten doosjes van € 2,- waarin zes sleutelhangers passen. Wat kostte dit hen aan doosjes?
11 oktober
A
120 : (6 x 2)
B
(120 : 2) x 6
C
(120 : 6) x 2
D
120 x (6 : 2)

Slide 7 - Quiz

Johan stuurde zijn familieleden op Coming Out Day allemaal een kaart met regenbogen erop. Hij had een strook regenboogkarton van 1,20 m. Voor een kaart had hij twee stukken van zes centimeter nodig. Hoeveel kaarten kon hij maken?
11 oktober
A
120 : (6 x 2)
B
(120 : 2) x 6
C
(120 : 6) x 2
D
120 x (6 : 2)

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Maak een staartdeling met als uitkomst 5935

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Geef een voorbeeld van:

een getal van 5 cijfers,
dat deelbaar is door 4 en 6

Slide 18 - Carte mentale

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

4/17
4
?
235
17
1000
1000

Slide 22 - Diapositive

Maak met de cijfers 1, 3, 6 en 9
twee hele getallen van twee cijfers, zodat

het verschil zo groot mogelijk is
A
96 en 13
B
63 en 91
C
93 en 61
D
93 en 16

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Maak met de cijfers 1, 3, 6 en 9
twee hele getallen van twee cijfers, zodat

het product zo klein mogelijk is
A
69 en 13
B
36 en 19
C
16 en 39
D
31 en 69

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Bereken het ontbrekende getal
114036 : ... = 17

Wat ga je uitrekenen?
A
114036 x 17
B
114036 : 17
C
17 : 114036
D
114036 - 17

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Bereken het ontbrekende getal
.. : 4 = 10 rest 3
A
40
B
400
C
403
D
43

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Bereken het ontbrekende getal
... : 54 = 403 rest 18

Wat ga je uitrekenen?
A
54 x 403 - 18
B
(403 + 18) : 54
C
54 x 403 + 18
D
403 : 54 + 18

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Bereken het ontbrekende getal
13760 : ... = 809 rest 7

Wat ga je uitrekenen?
A
13760 : 809 + 7
B
13760 : 809 - 7
C
(13760 + 7) : 809
D
(13760 - 7) : 809

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Diapositive

verdelen
Welk getal moet er staan op de puntjes?

437 : 23 = 460 : 23 - 23 : 23 = ...

Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Diapositive

termen veranderen
Welk getal moet er staan op de puntjes?

2654 + 1997 = ... + 2000

Slide 39 - Question ouverte

Slide 40 - Diapositive

Groter en Kleiner
Welk getal moet er staan op de puntjes?

72 x 2,5 = ... x 10

Slide 41 - Question ouverte

Slide 42 - Diapositive

Succes met de toets
Voorbereiding:
  • Maak de quizjes op Moodle en zorg dat je voor alle quizjes een 8 of hoger haalt. 
  • Zijn er onderdelen waar je extra bij wilt oefenen, maak de LessonUp lessen die op Moodle staan. 
  • Maak de opgaven uit de reader. 
  • Oefen elke dag een beetje. 

Slide 43 - Diapositive