CH 1- Object & interrogative pronouns

Good morning
Grab your homework (page 68)

Tuesday the 16th of November
- HW check Object pronouns
- Interrogative pronouns
- How to study
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Good morning
Grab your homework (page 68)

Tuesday the 16th of November
- HW check Object pronouns
- Interrogative pronouns
- How to study

Slide 1 - Diapositive

At the end of this lesson you...
... can choose the correct object pronoun.
... can choose the correct progressive pronoun.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je nog over Object Pronouns?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Lien

Slide 5 - Lien

Object Pronouns
  •  Wat zijn pronouns ook alweer? 
  • voornaamwoorden! 
  • Wat weten jullie over lijdende en meewerkende voorwerpen?

Slide 6 - Diapositive

Object pronouns
Object pronouns (=lijdend/meewerkend voorwerp) geven aan dat iets/iemand het werkwoord ontvangt.

VB.
The dog bit me
S               V     O 
Mum gives me fruit
S          V       O         

Slide 7 - Diapositive

Ik
 I
jij
you
hij
he
zij
she
het
it
wij
we
zij
they
jullie
you
mij 
me
jou
you
hem
him
haar
her
het
it
ons
us
hen
them
jullie
you
Onderwerp
(subject pronoun)
Meewerkend/lijdend voorwerp
(object pronoun)

Slide 8 - Diapositive

Subject pronouns vs. Object pronouns
Subject pronouns staan vaak voor het werkwoord.
Doen het werkwoord.

Object pronouns staan vaak achter het werkwoord.
Ontvangen het werkwoord.

VB
She wants to talk to him.

Slide 9 - Diapositive

Interrogative pronouns
Deze woorden gebruik je om vragen te maken. 
Ze staan aan het begin van de zin.

Who is at the door?
What is your name?
Where do you live?

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Uitzondering
Which gebruik je alleen als je een keuze geeft.

Bijv.
Which colour do you like best? Blue or red? 
What colour do you like best?

Slide 12 - Diapositive

Task
Where? page 69
What? Do I Writing & Grammar exercise 55, 56 & 57
How? In pairs (whisper!)
Help? Ask the teacher
Finished? Slim stampen grammatica oefenen (to be, present simple, subject pronouns & interrogative pronouns)
                      Practise reading at learnenglish.britishcouncil.org
                      Practise reading at readtheory.org

Slide 13 - Diapositive

How to study
In Google classroom staat een bestand genaamd ''chapter 1 grammatica 1T''  Hierin staat de Nederlandse grammatica uitleg. 

Let op! De object pronouns staan hier niet in! Deze hoef je niet te leren.  

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

How to study
Zorg ervoor dat je de grammatica kan toepassen. Dit kan je oefenen bij slim stampen. 

Er zal ook een leestekst zijn. Je kan je leesvaardigheid oefenen met Readtheory.org of learnenglish.britishcouncil.org (niveau A1) 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Slide 18 - Lien

End of the lesson
Any questions?

HW Friday the 19th of November
Do I writing & grammar exercise  55, 56 & 57

See you next time! :) 

Slide 19 - Diapositive