NOVA T4 Basisstof 3

• Nask / Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

	Djano
Gaby	Romy
	Chéden
	Keano

	Aneidy
	Sara
	Jahvendrix
	Anouk
	Chabo

	Sey
	Pavel
	Kim
	Omar

                 bord       en         docent

Pak je spullen. Met de absentie
controleer ik ook of je je spullen hebt. 

r

a

a

m

Vandaag

Absentie

Herhaling vorige les

Doel van de les

Voorkennis ophalen

Uitleg 

Opdrachten en Nakijken

Doel van de les en afsluiting

Elektriciteit

1. Batterijen 

2. Spanningsbronnen

3. De stroomkring

4. Schakelingen

5. Vermogen en energie

6. Veiligheid

Doel van de vorige les

• Je kunt voordelen en nadelen noemen van enkele spanningsbronnen
• Je kunt uitleggen wat een generator is. 
• Je kunt benoemen welke spanning er op een stopcontact staat. 
• Je kunt beschrijven hoe elektriciteit bij jou thuis komt. 
• Je kunt beschrijven welke spanning veilig is. 

Wat doet een dynamo?

1. Deze zorgt dat de fiets beweegt.
2. Deze zorgt voor spanning zodat je lamp het doet.

Wat doet een generator?

1. Deze zorgt voor een hogere spanning dan aan dynamo.
2. Deze zorgt voor een lagere spanning dan een dynamo.

Welke spanning is veilig?

1. 230V
2. 110V
3. Alles onder 24 V
4. 1,5 V

Waar komt elektriciteit vandaan?

1. van af zee
2. elektriciteitscentrales
3. zonnepanelen en windmolens

Begrippen basisstof 2

Dynamo : Apparaat dat door ronddraaiende beweging spanning opwekt

Elektriciteitscentrale : Plaats waar elektriciteit wordt opgewekt

Generator : Grote dynamo. De spanning die een generator levert is veel hoger dan die van een dynamo.

Spanningsbron : Voorwerp dat spanning levert.

Stopcontact : Aansluitpunt dat elektriciteit levert. De spanning ervan is 230 volt.

Doel van de les

Je kunt beschrijven in welke richting de elektrische stroom door een stroomkring loopt.

Je kunt het verschil uitleggen tussen een gesloten stroomkring en een onderbroken stroomkring.

Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn, en voorbeelden geven

Je kunt uitleggen hoe je met een schakelaar een stroomkring kunt

onderbreken en sluiten.

Je kunt uitleggen wat een schakelschema is en de belangrijkste symbolen toepassen

Wat weet je al over....
Een stroomkring maken?

Je kunt beschrijven in welke richting de elektrische stroom door een stroomkring loopt

Stroom gaat van + naar - .

Als de kring dicht is, noem je
dat een gesloten stroomkring. 

+

-

Doel van de les

Dit is een schematische

stroomkring.

Welk verschil zie je? 

Een schakelaar zorgt voor een open/gesloten stroomkring

Hoe kan dit?

Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn, en voorbeelden geven.

Geleiders                                          Isolatoren

Wat is een voorbeeld van een geleider? Denk je?

Wat is een voorbeeld van
een isolator? Denk je?

Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn, en voorbeelden geven.

Geleiders: Metalen                                          Isolatoren: hout plastic, glas, papier, rubber

Je kunt uitleggen hoe je met een schakelaar een stroomkring kunt onderbreken en sluiten.

Zo werkt een schakelaar:

Je kunt uitleggen wat een schakelschema is en de belangrijkste symbolen toepassen

Schakelschema

• Batterij
• Lampje
• Schakelaar
• snoeren

Aan de slag!

Maak de opdrachten 1 t/m 16 (blz 219 - 227)

Laat de opdrachten aftekenen.

                                 Laatste 10 minuten afsluiten!

Afsluiten

Je kunt beschrijven in welke richting de elektrische stroom door een stroomkring loopt.

Je kunt het verschil uitleggen tussen een gesloten stroomkring en een onderbroken stroomkring.

Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn, en voorbeelden geven

Je kunt uitleggen hoe je met een schakelaar een stroomkring kunt

onderbreken en sluiten.

Je kunt uitleggen wat een schakelschema is en de belangrijkste symbolen toepassen

Is dit schakelschema gesloten of open?

1. Gesloten
2. Open

Welk symbool is het rondje met een kruis erin?

1. Batterij
2. Schakelaar
3. Lampje
4. Stroom

Welk symbool is het 'deurtje'

1. Batterij
2. Schakelaar
3. Lampje
4. Stroom

Welk symbool is het + dunne streep, - dikke streep?

1. Batterij
2. Schakelaar
3. Lampje
4. Stroom

Stroom gaat altijd van - naar +

1. Waar
2. Niet waar