1/Herhaling: Leer nog Unité 4, Apprendre 4 en Apprendre 5;
2/ Leer Unité 4, Apprendre 7:
- in jouw boek, pagina 143 (5 minutes)
- met Quizlet: quizlet.com/_8a9jtr?x=1jqt&i=2j8pzj (15 minutes) of StudyGo;
3/ Ecris 4 phrases sur une feuille de papier/ Schrijf 4 zinnen op papier:
- une phrase avec/ een zin met "tout droit";
- une phrase avec "à côté de";
- une phrase avec "boulangerie";
- une phrase avec une négation/ een zin met een ontkenning (niet, of niet meer, nooit, niets).
Vergeet niet: er staat altijd een werkwoord in een zin, en jij moet altijd het werkwoord vervoegen!