Dit gaat op voor alle zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud, het is daarmee een regel.
1. Heeft het zelfstandige naamwoord waarnaar je verwijst het ingesloten lidwoord 'de', dan is het verwijswoord 'die'.
2. Heeft het zelfstandige naamwoord waarnaar je verwijst het ingesloten lidwoord 'het', dan is het verwijswoord 'dat'.