5 vwo - week 10 les 2 [écouter C_lire B]

  1. Login op Lessonup 
Bienvenue au cours de français!
Sur la table:
Ton livre
Ta trousse
Ton cahier
Zakkie avec ton téléphone dedans
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

  1. Login op Lessonup 
Bienvenue au cours de français!
Sur la table:
Ton livre
Ta trousse
Ton cahier
Zakkie avec ton téléphone dedans

Slide 1 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


      Leerdoelen
  1. Ik kan vertellen over mijn gezondheid. 
  2. Ik ken woorden die te maken hebben met gezondheid.
  3. Ik kan de hoofdpunten verstaan van 
  4. Ik kan relevante informatie vinden en begrijpen in artikelen en brochures.

Slide 2 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Parler de ta santé
Préparez à deux une interview sur la santé. Utilise les phrases-clés, vocabulaire B et examenidioom chapitre 8. 

  • au moins 5 questions;
  • à tour de rôle vous parlerez de votre santé;
Des exemples

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exemple
Pour rester en bonne santé, j’essaie d’avoir une bonne hygiène de vie. D’abord, je mange équilibré : je mange beaucoup de fruits et de légumes et j’évite les aliments trop gras ou trop sucrés. Ensuite, je fais du sport régulièrement. Par exemple, je vais à la salle de sport trois fois par semaine et je fais du vélo au travail. Aussi, j’essaie de bien dormir, au moins huit heures par nuit, parce que le sommeil est très important. Enfin, je bois beaucoup d’eau et j’évite les boissons trop sucrées. Grâce à tout ça, je me sens bien et j’ai de l’énergie !
Quelle question a été posée?

Slide 4 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Qu'est-ce que vous faites pour rester en bonne santé?

Slide 5 - Carte mentale

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Vocabulaire C

Slide 6 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Ecouter C
Ex. 29 page 70

Slide 7 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Ecouter C
Ex. 29 page 70

Slide 8 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Ecouter C
Ex. 29 page 70

Slide 9 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Ecouter C
Ex. 29 page 70

Slide 10 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Ecouter C
Ex. 30c page 71

Slide 11 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Ecouter C
Ex. 30c page 71
  1. A, il ne le fait pas
  2. A, problème important - contre
  3. A, tests, contrôles, enseignement
  4. B

Slide 12 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Au travail
Lire B ex. 20 à 23 page 62-63
Aide: vocabulaire B p. 83
Tu as fini? Apprends vocabulaire B + chapitre 8 sur Quizlet

Slide 13 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Au travail
Grammaire B ex. 24 page 64-65
Aide: le tableau en vert
Tu as fini? Apprends vocabulaire B + chapitre 8 sur Quizlet

Slide 14 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Afsluiting
Volgende les:


Volgende week:

Slide 15 - Diapositive

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

La révolution industrielle
La révolution industrielle est le passage de la fabrication manuelle à la fabrication mécanique, qui s'est accompagné de changements organisationnels et sociaux à grande échelle, caractérisés par une explosion du nombre d'usines, de la taille des villes et de la formation d'une quatrième classe, le prolétariat.
Le prolétariat = 
Classe sociale des prolétaires.
Le prolétariat urbain, ouvrier ; rural.

Slide 16 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Le Romantisme (1820-1850)
Caractéristiques principales :
  • Exaltation des sentiments, de l’imaginaire et de la nature.
  • Opposition aux règles classiques du XVIIe siècle (Classicisme).
  • Recherche de l’évasion, du sublime, et exploration de thèmes comme l’amour, la mort, la solitude, ou la quête de soi.

Auteurs et œuvres clés :
  1. Victor Hugo : Notre-Dame de Paris, Les Contemplations.
  2. Alfred de Musset : Lorenzaccio, Les Nuits.
  3. Alphonse de Lamartine : Méditations poétiques.
  4. Gérard de Nerval : Les Chimères.

Slide 18 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Le Réalisme (1850-1870)
Caractéristiques principales :
  • Représentation fidèle de la réalité sociale.
  • Refus de l’idéalisation du Romantisme.
  • Analyse des mœurs, des classes sociales, et de la condition humaine.

Auteurs et œuvres clés :
  1. Honoré de Balzac : La Comédie humaine (cycle comprenant Le Père Goriot, Eugénie Grandet).
  2. Gustave Flaubert : Madame Bovary, L’Éducation sentimentale.
  3. Stendhal : Le Rouge et le Noir, La Chartreuse de Parme.

Slide 19 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Le Naturalisme (1850-1900)
Le naturalisme s'est développé à partir du réalisme, mais mettait davantage l'accent sur une approche scientifique et déterministe de la vie humaine
Les naturalistes croyaient que l'homme est déterminé par:
  • son hérédité
  • son environnement 
  • sa classe sociale
Émile Zola est une figure importante et le plus célèbre du naturalisme dans la littérature, avec son roman Germinal considéré comme l'un des plus grands chefs-d'œuvre du mouvement. Le naturalisme a aussi influencé d'autres formes d'art, comme le théâtre et la peinture.
Ils cherchaient à montrer la réalité brute, souvent sans optimisme ni embellissement. L'idée principale était que l'être humain était façonné par des forces qu'il ne pouvait pas contrôler.

Slide 20 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Le Symbolisme (1880-1900)
Caractéristiques principales :
  • Rejet du Réalisme et du Naturalisme.
  • Recherche de la beauté et du mystère à travers des symboles.
  • Exploration du rêve, de la spiritualité, et de l’inconscient.

Auteurs et œuvres clés :
  1. Charles Baudelaire : Les Fleurs du mal.
  2. Paul Verlaine : Poèmes saturniens.
  3. Arthur Rimbaud : Une saison en enfer, Illuminations.
  4. Stéphane Mallarmé : L’Après-midi d’un faune.

Slide 21 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
    Begrippen uit deze les?

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exit ticket

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions