3.5 de griekse kunst

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

3.5 De Griekse kunst

Planning

• uitleg paragraaf 3.5
• Herhaling van 3.1, 3.2 en 3.3
• Werken aan opdrachten online methode

Wat is het Griekse woord voor stadstaat?

1. Akropolis
2. Athene
3. Parthenon
4. Polis

Een Griekse stadstaat is zelfstandig wanneer ze hun eigen ... en eigen ... hebben (2 dingen)

Waarom gingen de Grieken nieuwe kolonies veroveren?

1. Ze wilden sterker zijn dan andere volken
2. Ze wilden een zo groot mogelijk rijk maken
3. Ze hadden meer landbouwgrond nodig
4. Ze vonden de Middelandse zee mooi

Noem de vier sociale groepen in Athene

Welke sociale groep had de meeste rechten in Athene?

1. De slaven
2. De vrije mannen
3. De vrouwen
4. De migranten

Wat zie je op deze bron?

1. Een monarchie
2. Een kolonie
3. De agora
4. Een stadstaat

Welke bestuursvorm hoort bij welke afbeelding?

Democratie

Aristocratie

Monarchie

Tirannie

Hoewel er grote verschillen waren tussen de stadstaten, voelden de Grieken zich toch één volk. Noem twee voorbeelden van wat voor alle Grieken hetzelfde was

3.5 De Griekse kunst

Aan het einde van de les kun je:

• Twee bouwelementen van een Griekse tempel benoemen
• De drie Griekse zuilen herkennen
• Twee kenmerken van de Griekse beeldhouwkunst benoemen
  
• Twee soorten toneelspellen onderscheiden

Griekse bouwkunst - tempels

• De Grieken hadden veel aandacht voor hun tempels
  
  
• Een Griekse tempel bestond uit een rij zuilen met daar bovenop een mooi versierde fries en fronton

fronton of

Zuilen

• Ook de zuilen werden versierd
  
  

Er zijn drie bekende soorten zuilen:

• De Dorische zuil
• De Ionische zuil
• De Korintische zuil

Griekse beeldhouwkunst - volmaakte beelden

• Beelden van mensen
• Door het bestuderen van mensen konden de beelden natuurlijker gemaakt worden
  
• Schoonheids ideaal

• Een techniek om de beelden realistischer te doen laten lijken was de techniek van contrapost

Contrapost

• Het ene been werd gestrekt weergeven, het andere been gebogen
• Het figuur neemt daarmee een meer natuurlijkere pose aan -> realistischer 

Toneel - tragedies en komedies

• De Grieken hielden van toneelspel.
  
• Zo waren er tragedies; drama toneelstukken.
  
• En er waren komedies;  humoristische toneelstukken.

Welke zuil is dit?

1. Dorische zuil
2. Ionische zuil
3. Korinthische zuil

Welke zuil is dit?

1. Dorische zuil
2. Ionische zuil
3. Korinthische zuil

Welke zuil is dit?

1. Dorische zuil
2. Ionische zuil
3. Korinthische zuil

Aan de slag!

Werken aan online opdrachten van 3.5