11:
A. De Pruisische minister-president Bismarck voerde oorlogen om Duitse staten te verenigen tot één keizerrijk.
B. In 1861 wisten de nationalistische leiders Cavour en Garibaldi van Italië een verenigd koninkrijk te maken.
C. Na 1871 was Frankrijk erg bezorgd om het verenigde Duitse keizerrijk, een nieuwe grootmacht aan zijn oostgrens.
D. Nationalisme had als politieke beweging in de negentiende eeuw veel succes.
E. Nederland en België gingen in 1831 na een opstand van de Belgen uiteen.
F. De overige Duitse staten wilden het liefst zelfstandig blijven, maar werden door Bismarck ingelijfd bij het verenigde Duitsland.
12 a: Bijvoorbeeld: De grondwet van 1848 is een belangrijke historische bron voor de geschiedenis van Nederland.
12 b: Eerst was koning Willem II tegen liberale vernieuwingen, maar door de democratische revoluties in Europa gaf hij de liberale leider Thorbecke de opdracht om een nieuwe en liberale grondwet te schrijven.
12 c: Koning Willem II was door de democratische revoluties in Europa bang dat ook hij zou worden afgezet.