Spreekopdracht eten

Zelfstandig werken aan de spreekopdracht

Vandaag doen jullie de uitspreektoets bij mijn bureau. 
Ondertussen werkt de klas zelfstandig verder met de voorbereiding van de spreektoets over dieren of eten. 

Ik deel deze les met jullie om zelfstandig door te werken.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Zelfstandig werken aan de spreekopdracht

Vandaag doen jullie de uitspreektoets bij mijn bureau. 
Ondertussen werkt de klas zelfstandig verder met de voorbereiding van de spreektoets over dieren of eten. 

Ik deel deze les met jullie om zelfstandig door te werken.

Slide 1 - Diapositive

Deadline inleveren 11 maart 
Op 11 maart lever je de 
video van je spreekopdracht
digitaal in via Teams opdrachten
Uitleg Spreekopdracht
Hier kun je de hele uitleg van de spreekopdracht nog een keer nalezen

Slide 2 - Diapositive

Kapitel 5 Essen
Op Seite 162 vind je de woordenlijst over eten
Op Seite 152 vind je de zinnen over eten

In deze les oefen je met zinnen die je kunt gebruiken in je video presentatie. Gebruik je boek om dingen op te zoeken, soms staan de bladzijdes (Seite) erbij. 

Slide 3 - Diapositive

Gebruik een woordenboek
Als je een online woordenboek gebruikt, let dan goed op dat je de juiste vertaling vind. 
Google translate geeft altijd maar 1 optie (soms de foute)
Als je uitmuntend.de gebruikt kun je zelf de juiste vertaling kiezen.

Slide 4 - Diapositive

Gebruik een woordenboek
Zoek de volgende woorden op bij Google Translate:

Tik ze 1 voor 1 in op de volgende dia's 
koken
bakken
koekjes



Slide 5 - Diapositive

Wat is de vertaling van koken?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de vertaling van koekjes?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de vertaling van bakken?

Slide 8 - Question ouverte

Over welk gerecht/eten/taart zou je willen vertellen?
Zoek het duitse woord op in het boek of online

Slide 9 - Question ouverte

eten = essen     drinken = trinken
ich esse = ik eet                                      ich trinke = ik drink
wir essen = wij eten                              wir trinken = wij drinken

Ich esse oft Müsli = ik eet vaak Müsli
Wir essen nie Tomatensuppe = wij eten nooit tomatensoep

Slide 10 - Diapositive

Zeg in het duits wat je lievelingseten is: Ik eet graag ......
Gebruik Seite 152

Slide 11 - Question ouverte

Zeg in het duits dat je een een cola wilt (Seite 152)

Slide 12 - Question ouverte

De maaltijden 
Je kunt vertellen wat je allemaal
eet op een dag en dat ook laten zien in je 
video.
Hiernaast zie de woorden voor
ontbijt - Frühstück
lunch - Mittagessen
avondeten - Abendessen

Slide 13 - Diapositive

Frühstück

Slide 14 - Diapositive

Zeg in het duits wat je allemaal eet als ontbijt? Bij het ontbijt eet ik .... en ...... en ....... Ik drink......

Slide 15 - Question ouverte

Mittagessen/Abendessen
Duitsers eten vaak warm bij de lunch. 
Wat eet jij? 
Je kunt ook vertellen wie het kookt of klaar-
maakt of waar je het koopt. 

Slide 16 - Diapositive

Zeg in het duits wat je allemaal eet als lunch. Bij de lunch eet ik .... en ...... en ....... Ik drink......

Slide 17 - Question ouverte

Zeg in het duits wat je eet als avondeten. 's Avonds eet ik .... en ...... en ....... Ik drink......

Slide 18 - Question ouverte

koken/bakken
Het is natuurlijk het allerleukst 
om zelf iets te koken of bakken 
en daar over te vertellen. 
Wat zijn de ingredienten?
Hoe heb je het klaargemaakt
En hoe smaakt het? 

Slide 19 - Diapositive

koken/bakken
Het help hierbij om een Duits rezept
op te zoeken van je gerecht. Daar
staan al veel woorden in die je 
kunt gebruiken. 

Slide 20 - Diapositive

Welk gerecht zou je willen koken of bakken? Hoe heet het in het Duits?

Slide 21 - Question ouverte

Zeg in het duits dat het heel lekker is. Het smaakt super! (Seite 152)

Slide 22 - Question ouverte

Meer informatie
Welke ingredienten heb je nodig? (meel, suiker, ei)
Wat voor keukengerei? (bakblik, mixer, pan, oven)
Hoe kom je aan het recept? (van oma, kookboek, internet)
Is het makkelijk (einfach) of moeilijk (schwierig) om te maken?

Slide 23 - Diapositive

Werk verder ....
Als je al deze vragen doorlopen hebt, kun je al veel vertellen over eten en drinken. Je kunt de les terugkijken en doorbladeren en de zinnen die je gemaakt hebt overschrijven in je schrift of kopieren naar Word. 
Lees de tekst in het Duits een paar keer voor en kijk hoe lang het duurt. Als je nog geen 40 seconden tekst hebt moet je er nog meer bij verzinnen. 

Slide 24 - Diapositive