Les 5: Toeslagen en tegemoetkomingen

Les 5: Toeslagen en tegemoetkomingen
Sociaal Werk 
jaar 2
WET2

Wet- en regelgeving
Boek: De Sociaal Werker
25.2
Theorie toets in toetsweek
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
SociaalMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Les 5: Toeslagen en tegemoetkomingen
Sociaal Werk 
jaar 2
WET2

Wet- en regelgeving
Boek: De Sociaal Werker
25.2
Theorie toets in toetsweek

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Herhaling vorige les

Wat zijn de sociale voorzieningen?
Door wie worden deze betaald?
Schema sociale zekerheid?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Toeslagen en tegemoetkomingen
Mensen met een laag inkomen of mensen die extra kosten maken, kunnen extra geld ontvangen om rond te komen.

Hangt samen met de gehanteerde inkomensgrens: een financiële grens waar het (gezins-) inkomen van de aanvrager onder moet liggen 

Slide 5 - Diapositive

Toeslagen
zijn financiële bijdragen voor mensen met een laag inkomen en dienen ter compensatie voor hoge kosten.
Je hebt toeslagen van het UWV, de sociale dienst (de gemeente) en de Belastingdienst (overheid)
Toeslagen van de belastingdienst:
Huurtoeslag, Zorgtoeslag, Kinderopvangtoeslag, Kindgebonden budget + zie voorwaarden (zie schema boek)

Slide 6 - Diapositive

Voorwaarden toeslag
Huurtoeslag: Voorwaarden 18+, zelfstandige woonruimte, ingeschreven op woonadres, huur niet hoger dan x-bedrag
Zorgtoeslag; Voorwaarden 18+, niet teveel verdienen of eigen vermogen
Kinderopvangtoeslag: Voorwaarden kind jonger dan 18, je moet werken/opleiding volgen. Registreerde kinderopvang (LKR)
Kindgebonden bugdet: Extra fin. bijdrage voor kleedgeld, schoolkosten
kind jonger dan 18, hoogte hangt af van je inkomen en aantal kinderen

Slide 7 - Diapositive

Tegemoetkomingen
zijn, net als toeslagen, financiële bijdragen, waardoor de ontvanger meer financiële ruimte krijgt, maar dan bedoeld voor bijzondere omstandigheden.
Bijvoorbeeld:
Bijzondere bijstand (kapotte wasmachine)
Individuele inkomenstoeslag (drie jaar laag inkomen)
Individuele studietoeslag (studenten met een beperking)
Tegemoetkoming scholieren voortgezet onderwijs (tussen 18 en 30 voor les- en boekengeld)

Slide 8 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een toeslag en een tegemoetkoming?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo