Th3: B2 Bloedsomloop


Pak je boeken op tafel. Leg je Ipad klaar. Ga beginnen met onderstaande. 

Huiswerk
1. Maken basisstof 1 
Vanaf blz. 161
opdracht 1 t/m 3 en 5 t/m 8 
===========================
2. Ben je klaar en heb je de opdrachten in het boek gemaakt? Nakijken + verbeteren
Antwoorden staan Magister ==> Elo ==> studiewijzer ==> biologie ==> thema 3 bloedsomloop



2. Ben je klaar online? Alle opdrachten moeten groen zijn. Zo niet; vraag dan of ik de opdrachten kan resetten. 

===========================
3. Maken test jezelf online; leerdoel moet groen zijn. 
4. Lezen basisstof 2: bloedsomloop vanaf blz 166



timer
1:00
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon


Pak je boeken op tafel. Leg je Ipad klaar. Ga beginnen met onderstaande. 

Huiswerk
1. Maken basisstof 1 
Vanaf blz. 161
opdracht 1 t/m 3 en 5 t/m 8 
===========================
2. Ben je klaar en heb je de opdrachten in het boek gemaakt? Nakijken + verbeteren
Antwoorden staan Magister ==> Elo ==> studiewijzer ==> biologie ==> thema 3 bloedsomloop



2. Ben je klaar online? Alle opdrachten moeten groen zijn. Zo niet; vraag dan of ik de opdrachten kan resetten. 

===========================
3. Maken test jezelf online; leerdoel moet groen zijn. 
4. Lezen basisstof 2: bloedsomloop vanaf blz 166



timer
1:00

Slide 1 - Diapositive

Thema 2 Bloedsomloop
BS 2 bloesomloop

Slide 2 - Diapositive

Wat is waar over het bloed?
A
Het bloed vervoert voedingsstoffen.
B
Het bloed vervoert afvalstoffen.
C
Het bloed vervoert zuurstof.
D
A,B en C zijn waar.

Slide 3 - Quiz

Welk bestanddeel van het bloed zorgt ervoor dat bloed kan stollen?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplasma
D
bloedplaatjes

Slide 4 - Quiz

leerdoelen:
  1.  Je kunt drie type bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies
  2.  Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
  3. Je kunt de kleine en de grote bloedsomloop ( dubbele bloedsomloop) onderscheiden met hun functies

Slide 5 - Diapositive

De bloedsomloop
De weg die het bloed door het lichaam aflegt.

Pak je werkboek en bijkijk afbeelding 2 op blz 167. 
Wat valt op? 

Slide 6 - Diapositive

3 type bloedvaten

Slide 7 - Diapositive

Wat is een verschil tussen een slagader en een ader?

Slide 8 - Carte mentale

Bloedvatenstelsel
Het bloedvatenstelsel bestaat uit:
- Hart (zie volgende dia)
- Bloedvaten (zie vorige les)

Taak:
Het bloedvatenstelsel vervoert voedingsstoffen en zuurstof naar alle delen van je lichaam.

Slide 9 - Diapositive

Functie van het hart
                  Je hart is een pomp die bloed door het lichaam pompt. 
Het bloed bevat stoffen die het lichaam nodig heeft om energie te krijgen, maar ook stoffen die vrij komen na verbranding. 

Slide 10 - Diapositive

kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop

Slide 11 - Diapositive

De bloedsomloop
De weg hoe het bloed door het lichaam stroomt.

2 bloedsomlopen:

  • Kleine bloedsomloop
  • Grote bloedsomloop

Slide 12 - Diapositive

Dubbele bloedsomloop
Per omloop stroomt het bloed twee keer door het hart.

1x  -> hart - longen - hart
1x  -> hart - lichaam - hart

Dit noemen we een dubbele bloedsomloop

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Wat is de kleine bloedsomloop?
A
hart - alle organen - hart
B
hart - hersenen- hart
C
hart - longen - hart

Slide 15 - Quiz

Waarom wordt de bloedsomloop van de mens een dubbele bloedsomloop genoemd?
A
Omdat de bloedsomloop bestaat uit aders en slagaders
B
Het bloed stroomt per omloop twee keer door het hart
C
Alle rode bloedcellen gaan per omloop twee keer door het hart.
D
Het hart zuurstofrijk en zuurstofarm bloed vervoert.

Slide 16 - Quiz

Veel slagaders hebben bloed met veel
A
zuurstof
B
koolstofdioxide

Slide 17 - Quiz

Bloed bestaat uit:
A
Bloedcellen en bloedplaatjes
B
Alleen bloedcellen
C
Bloedcellen, bloedplaatjes en bloedplasma
D
Alleen bloedplasma

Slide 18 - Quiz

Het bloed zit in ons lichaam in bloedvaten. De bloedvaten zijn ...
A
haarvaten
B
slagaders
C
aders
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 19 - Quiz

In welke bloedvaten zitten kleppen en waarom hebben deze bloedvaten kleppen?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk
1. Maken basisstof 2
Vanaf blz. 170
opdracht 1 t/m 3 en 5 t/m 8 
===========================
2. Ben je klaar en heb je de opdrachten in het boek gemaakt? Nakijken + verbeteren
Antwoorden staan Magister ==> Elo ==> studiewijzer ==> biologie ==> thema 3 bloedsomloop



2. Ben je klaar online? Alle opdrachten moeten groen zijn. Zo niet; vraag dan of ik de opdrachten kan resetten. 

===========================
3. Maken test jezelf online; leerdoel moet groen zijn. 
4. Lezen basisstof 3: het hart blz 176



timer
1:00

Slide 22 - Diapositive