Rekenvolgorde, C1E, L29

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk voor maandag

Slide 3 - Diapositive

blz.111

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

blz.116

Slide 6 - Diapositive

Nu maak je toets af!

Slide 7 - Diapositive

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Slide 8 - Diapositive

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =

Slide 9 - Diapositive

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =

Slide 10 - Diapositive

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 

Slide 11 - Diapositive

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 = 29

Slide 12 - Diapositive

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) = 

Slide 13 - Diapositive

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) =

Slide 14 - Diapositive

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) =
8 : 2  × 7

Slide 15 - Diapositive

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) =
8 : 2  × 7 = 

Slide 16 - Diapositive

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) =
8 : 2  × 7 = 
4  × 7 = 

Slide 17 - Diapositive

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) =
8 : 2  × 7 = 
4  × 7 = 28

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Testopgave











aantal
240









aantal







Slide 20 - Diapositive

Zelf aan de slag
Blz.119 opg. 67+68+69
timer
15:00

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Ik ken de volgorde waarin sommen worden uitgerekend .

😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Ik kan sommen op de afgesproken volgorde berekenen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Huiswerk
Blz. 119 opg. 70+71+72

Slide 25 - Diapositive