Quiz TES5

Quiz TES5
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesHBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

Éléments de cette leçon

Quiz TES5

Slide 1 - Diapositive

Een stitch artefact kan optreden in de volgende 3DE modus
A
MultiD / xPlane
B
3D/4D Zoom
C
Multibeat / Full Volume
D
Surgical View

Slide 2 - Quiz

Strain wordt uitgedrukt in welke eenheid:
A
cm
B
cm/s
C
D
dimensieloos

Slide 3 - Quiz

Vraag 3: Welk protocol gebruikt u bij een dobutamine stress echo?
A
Start met 5 microgr/kg/min, iedere 3-5 min dosis verhogen naar 10, 20, 30, 40 microgr/kg/min
B
Start met 5 microgr/kg/min, iedere 5 min dosis verhogen naar 10, 15, 20 microgr/kg/min
C
Afhankelijk van wat het doel is van de dobutamine stress echo

Slide 4 - Quiz

Bij welk type shunt moet je een extra blik op de rechtszijdige dimensies werpen?
A
ASD
B
VSD
C
PFO
D
Weet niet

Slide 5 - Quiz

Links – rechtshunt bij ASD leidt tot
 * extra volume in RA en RV -> dilatatie van beide
 * extra volume in longen -> dilatatie van longvaatbed -> PH

Links – rechtsshunt bij VSD -> bloed via RV direct naar de longen -> volume overbelasting van longen, LA en LV
Persisterend groot VSD -> ernstige PH -> pulmonaaldruk hoger dan drukverschil RV – LV -> bidirectionele shunt (mn R->L) -> cyanose = Eisenmenger syndroom

Slide 6 - Diapositive

Bij een normale kamerfunctie verwacht je een PW LVOT snelheid van
A
1 m/s
B
0.5 m/s

Slide 7 - Quiz

Bij ziekte zijn als eerste welke cardiale vezels aangedaan
A
Longitudinaal
B
Radiaal
C
Circumferentieel
D
Epicardiaal

Slide 8 - Quiz

RV dilatatie (bij normale LV) kan optreden bij alle onderstaande behoudens
A
PAPVR
B
ARVC
C
VSD
D
OSAS

Slide 9 - Quiz

Wat is juist
A
Een WMSI van 2 komt overeen met EF 60%
B
Een WMSI van 2 komt overeen met EF 40%
C
Een WMSI van 2 komt overeen met EF 20%

Slide 10 - Quiz

Vraag wanneer moet je de Valsalva manoeuvre loslaten bij een contrast echo?
A
Voor het contrast zichtbaar is in het rechter atrium.
B
Als het contrast het rechter atrium binnenkomt.
C
Als het contrast de hele rechter harthelft heeft gevuld
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn goed.

Slide 11 - Quiz

Laat de patiënt de Valsalva manoeuvre loslaten als het contrast het rechter atrium binnenkomt: door de druk verhoging wil je beoordelen of er een shunt ontstaat met direct oversteek van contrast naar het linker atrium.

Slide 12 - Diapositive

Kijk bij het maken van echo hart ook even naar het gelaat van de patient; RV dilatatie kan optreden bij:
A
Williams syndroom
B
Noonan syndroom
C
geen van beide
D
beide syndromen

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Vidéo

Wat ziet u?
A
Vegetatie aan de mitralisklep
B
Trombus in het linker atrium
C
Myxoom in het linker atrium
D
Tumor aan de mitralisklep

Slide 15 - Quiz

Wat is niet bijdragend aan een goede multibeat / full volume opname ?
a) Slecht ECG signaal
b) Kortademige patiën
c) Atriumfibrilleren
d) Ongeduldige echografist/cardioloog

A
Alleen antwoord a en b zijn juist
B
Alleen antwoord b en c zijn juist
C
Alleen a, c en d zijn juist
D
Allen zijn juist, maar antwoord d is het ergste

Slide 16 - Quiz

Wat ziet u hier? Het is een mid- oesophageale opname tijdens TEE. 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Wat ziet u hier? Het is een mid- oesophageale opname tijdens TEE.
A
Gecalcificeerde tricuspide aortaklep met aorta ascendens dilatatie
B
Gecalcificeerde bicuspide aortaklep met aorta ascendens dilatatie
C
Gecalcificeerde unicupside aortaklep met aorta ascendens dilatatie
D
Prolaps/Flail van de aortaklep met aorta ascendens dilatatie

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Wat ziet u hier?

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Wat ziet u hier?
A
Aortaklepstenose en –insufficientie
B
HCM met LVOT obstructie en aortaklepinsufficientie
C
Subvalvulaire membranen, aortaklepstenose en –insufficientie
D
Subvalvulaire membranen en aortaklepinsufficientie

Slide 26 - Quiz

McConnell’s sign is
A
sensitief voor RV volumebelasting
B
specifiek voor RV volumebelasting
C
sensitief voor acute longembolie
D
specifiek voor acute longembolie

Slide 27 - Quiz

Global longitudinal strain is het gemiddelde van:
A
Post systolic strain
B
Peak systolic strain
C
End systolic strain
D
Peak positive strain

Slide 28 - Quiz