Weekkrant week 47 samen
1 / 13
La durée de la leçon est: 40 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Lien
Lees het artikel rustig door. Bekijk ook de foto. Kwam je nog moeilijke woorden tegen. Schrijf minstens twee woorden op. Zoek de betekenis van deze woorden op en schrijf ze erbij.
Slide 3 - Question ouverte
Lees het artikel nog eens door. In alinea 1 lees je waar het artikel over gaat. Alinea 2, 3 en 4 gaan over een onderwerp. Welk onderwerp dat is, zie je aan het kopje. Beantwoord bij elke alinea een waarom-vraag.
Waarom waren er afgelopen weekend rellen?
Waarom waren er afgelopen weekend rellen?
Slide 4 - Question ouverte
Lees alinea 2 nog een keer. Waarom ging een groep jongeren niet naar huis?
Slide 5 - Question ouverte
Lees alinea 3 nog een keer. Waarom schoot de politie met waterkanonnen en pistolen?
Slide 6 - Question ouverte
Lees alinea 4 nog een keer. Waarom werd er veel vernield in Urk, Stein, Bunschoten en Roermond?
Slide 7 - Question ouverte
Lees alinea 5 nog een keer. Waarom zijn de jongeren boos over de coronaregels?
Slide 8 - Question ouverte
Maak nu een korte samenvatting van het artikel. Gebruik niet meer dan vijf zinnen. Kijk goed naar de vragen en antwoorden bij de vorige opdrachten.
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Staat de zin:
Het begon vrijdag in Rotterdam.
In de tegenwoordige of de verleden tijd?
Het begon vrijdag in Rotterdam.
In de tegenwoordige of de verleden tijd?
Slide 11 - Question ouverte
Staat de zin:
Twintig relschoppers werden gearresteerd.
In de tegenwoordige of de verleden tijd?
Twintig relschoppers werden gearresteerd.
In de tegenwoordige of de verleden tijd?
Slide 12 - Question ouverte
Staat de zin:
De jongeren zijn boos over de coronaregels.
In de tegenwoordige of de verleden tijd?
De jongeren zijn boos over de coronaregels.
In de tegenwoordige of de verleden tijd?
