Leefstijl en gezondheid

Leefstijl en gezondheid
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leefstijl en gezondheid

Slide 1 - Diapositive

Programma

Wat is vitale gezondheid?
Verschil fysieke en mentale gezondheid.
Wat zijn de gevaren van genotmiddelen.
Seks en gezondheid.


Slide 2 - Diapositive

Doelen
Je weet wat het verschil is tussen mentale en fysieke gezondheid.
Je weet wat voordelen van een gezonde leefstijl zijn.
Je weet wat je kunt doen tegen stress.


Slide 3 - Diapositive

Fysieke gezondheid
Alles wat met je lichaam te maken heeft.

Fysieke gezondheid staat niet los van mentale gezondheid!


Slide 4 - Diapositive

Gezonde leefstijl
Zoek op wat een gezonde leefstijl betekent.
Zet in de volgende invulpagina wat allemaal bij een gezonde leefstijl hoort.


Slide 5 - Diapositive

Gezonde leefstijl
 Een gezonde leefstijl is goed zorgen voor je lichaam én je geest.

Je kunt gezond leven door gezond te eten, niet te roken en voldoende te bewegen en ontspannen. Door gezond te leven verklein je de kans op ziekten. Ook helpt gezond leven je langer fit te blijven.

Slide 6 - Diapositive

Mentale gezondheid

Slide 7 - Diapositive

Mentale gezondheid
Emotioneel, psychologisch en sociaal welbevinden

Slide 8 - Diapositive

Stress
  • Positieve spanning
  • Negatieve spanning

Wanneer voel je deze spanning?
Wat doet stress met je?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Stellingen.

Slide 11 - Diapositive

''Ik beweeg 30 minuten per dag''
Ja
nee
Soms

Slide 12 - Sondage

''Ik zorg ervoor dat ik me op verschillende momenten per dag ontspan.''
Ja
Nee
Dat verschilt per dag.
Dat doe ik niet bewust.

Slide 13 - Sondage

''Ik slaap minimaal 8 uur per nacht''
Ja
Nee
Soms

Slide 14 - Sondage

"Als ik stress/spanning heb, voel ik dat ......"
buik
hoofd
hele lichaam
anders

Slide 15 - Sondage

"Ik ben heel bewust bezig met voeding."
Ja
Nee

Slide 16 - Sondage

"Een dag niet gesport is een dag niet geleefd."
Dat past wel bij mij!
Dat past niet bij mij!

Slide 17 - Sondage

Wanneer ik gestrest ben, praat ik hierover met ....
Mijn vrienden
Mijn ouders
Mijn broer/ Zus
Anders
Niemand

Slide 18 - Sondage

Het lukt mij om zelf keuzes te maken/ beslissingen te nemen.
Ja dat lukt mij heel goed.
Nee, dat vind ik heel moeilijk.
Dat hangt af van het onderwerp.
Dat hangt af van hoe ik me voel op dat moment.
Anders

Slide 19 - Sondage

Genotmiddel?
Van genotmiddelen kun je genieten, vandaar het woord genotmiddelen. 
Genotmiddelen worden door bijna iedereen gebruikt. 
Bij genotmiddelen kun je denken aan:
thee, koffie, cola, alcohol, tabak, chocolade, drugs enz.
 
Wanneer je een genotmiddel gebruikt, krijg je er een lekker gevoel van.
Voor veel mensen is het gebruik ervan een gewoonte geworden.
Ze gebruiken het zonder erbij na te denken.

Stoppen met iets waaraan je gewend bent, kan heel moeilijk zijn.

Slide 20 - Diapositive

Verslaafd: 
Je kunt niet stoppen met een genotmiddel
Lichamelijk verslaafd: 
Als je stopt met een genotmiddel krijg je lichamelijke klachten.
Dit zijn afkickverschijnselen, zoals hoofdpijn, trillen en zweten.
Je lichaam wil eigenlijk niet zonder het middel.
 
Geestelijk verslaafd.
Je denkt dat je niet zonder genotmiddel kan. Je voelt je niet prettig.
Je kunt alleen maar aan het genotmiddel denken.

Sociaal verslaafd.
Je mist het contact met de mensen met wie je een genotmiddel gebruikt.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo

Thema 24 Seksuele gezondheid
Sexuele moraal: Opvattingen over seksueel gedrag en seksualiteit die in een samenleving of een bepaalde groep geaccepteerd zijn.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag: Seksuele uitspraak of handeling waarbij het slachtoffer aangerand of verkracht wordt.

Slide 24 - Diapositive

Wat houd seksuele moraal in?
A
acceptatie binnen ons samenleving omtrent seksueel gedrag en seksualiteit
B
acceptatie binnen ons religie omtrent seksueel gedrag en seksualiteit
C
acceptatie binnen ons cultuur omtrent seksueel gedrag en seksualiteit
D
acceptatie binnen ons school omtrent seksueel gedrag en seksualiteit

Slide 25 - Quiz

Thema 24 Seksuele gezondheid
Aanranding: afdwingen of opdringen van een seksuele handeling, zonder dat er sprake is van het binnendringen van iemands lichaam.
Verkrachting: seksueel binnendringen van iemands lichaam tegen iemands wil.

Slide 26 - Diapositive

Thema 24 Seksuele gezondheid
Sexting: versturen van seksueel getinte berichtjes of beelden.
Exposing: Verspreiden van intiem of seksueel getint beeldmateriaal van iemand anders, met de bedoeling iemand te schande te maken of wraak te nemen

Slide 27 - Diapositive

Thema 24 Seksuele gezondheid
Soa: Seksueel Overdraagbare Aandoening. Soa's zijn infecties die je kunt krijgen door onveilig vrijen. Een soa kun je ongemerkt krijgen en ongemerkt doorgeven aan een ander.
Anticonceptie: middel dat zwangerschap voorkomt. Ook wel voorbehoedsmiddel.

Slide 28 - Diapositive

Hoe voorkomt je een Soa?
A
Dat is niet mogelijk
B
Jezelf en je partner laten testen
C
Jezelf en je partner laten testen+ condoom
D
Alleen je partner laten testen

Slide 29 - Quiz

Evaluatie.
Maak de eindopdracht op papier (15 minuten)

Slide 30 - Diapositive