Imparfait débutants

l'imparfait et le passé composé
Je kunt de passé composé vergelijken met een film (bewegingen, gebeurtenissen) en de imparfait met een foto (stilstand, beschrijvingen).
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

l'imparfait et le passé composé
Je kunt de passé composé vergelijken met een film (bewegingen, gebeurtenissen) en de imparfait met een foto (stilstand, beschrijvingen).

Slide 1 - Diapositive

de imparfait

dit is de verleden tijd:

ik was, ik ging, jij deed, hij had

Slide 2 - Diapositive

de passé composé

dit is de voltooide tijd:

ik ben geweest, ik ben gegaan, jij heb gedaan, hij heeft gehad


(RAPPEL: de passé composé heeft altijd
een hulpww être of avoir)

Slide 3 - Diapositive

Comment formes-tu l' imparfait?
Als startpunt neem je de nous vorm van de Présent. Daar haal je 'ons' vanaf en zet je de juiste uitgangen achter 
(de enige uitzondering is être - de 'imparfait-stam' is: ét-)
Voorbeeld van een regelmatig werkwoord op -er
Je parl - ais
Tu parl - ais
Il / Elle / On parl - ait
Nous parl - ions
Vous parl - iez
Ils / Elles parl - aient

Slide 4 - Diapositive

De  imparfait van être
Je kunt hier NIET de  nous vorm van de Présent nemen. 
Het is de enige uitzondering : de 'imparfait-stam' is: ét-

J'étais
Tu étais
Il / Elle / On était
Nous étions
Vous étiez
Ils / Elles étaient

Slide 5 - Diapositive

Wat is nu de ik-vorm imparfait van:
avoir
porter
prendre
pouvoir
vouloir
aller
faire
sentir

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive