24-les13mars-herhaling-chapt.2-KlasH2-1-oh, c'est bon!

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Le sac à dos par terre s.v.p. 
STARTKLAAR!
timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

Bonjour chers élèves 
Chapitre 2 : Oh, c'est bon 
Quel jour sommes-nous aujourd'hui?

Slide 3 - Diapositive

Instructie 1
Luister nu aandachtig naar de instructie.
timer
4:00

Slide 4 - Diapositive

Programme d'aujourd'hui
  1. Révision chapitre 2 voc. 
  2.  A Écouter
  3.  Evaluation de la leçon
  4. Les devoirs

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je:

  •  een gesprek over eten, drinken en boodschappen doen begrijpen

Slide 6 - Diapositive

  1. Révision chapitre 2 - voc.
Instructie: woorden flitsen 10 min
Prends ton cahier.
  1. Kijk naar de woorden (2 min, in tweetallen)
  2. Opschrijf de woorden in je schrijft (in tweetallen, 4 min)
  3. controleer hoeveel woorden heb je onthouden 
    (met andere duo, 3 min)






Slide 7 - Diapositive

Chapitre 2-  Oh c'est bon!
Révision voc. et phrases- clés 
Leerdoelen
- Je kent de woorden en de zinnen die te maken hebben met         eten en drinken.
- Je kunt eten en drinken bestellen in een restaurant.

Slide 8 - Diapositive

Tu aime quoi?
Noem in het Frans wat je lekker vindt.

vb. J'aime la pizza, les crêpes.....

Slide 9 - Carte mentale

Vertaal in het NL:
- C'est chouette.
- Je cherche mon chien.
Moi, je suis français.

Slide 10 - Question ouverte

Choisis le bon mot= kies het juiste woord.

Je prends / je mange un thé
A
Je prends
B
Je mange

Slide 11 - Quiz

Kies de juiste vertaling:
J'aime les crêpes , mais j'adore la pizza.
A
Pannenkoeken zijn lekker.
B
Ik houd van pannenkoek, maar ik ben dol op pizza.
C
Pannenkoeken zij duurder dan pizza.
D
Ik eet vaak pizza en pannenkoeken

Slide 12 - Quiz

Vertaal in het NL:
- J'ai quinze ans.
- C'est chouette!
- Je cherche mon chien.

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal in het NL:
- Le centre de la ville.
- Le chien joue avec le chat.

Slide 14 - Question ouverte

Je regade la télé
A
Ik kijk naar een film.
B
Ik kijk naar een serie.
C
ik kijk de tv.
D
ik kijk naar de zon.

Slide 15 - Quiz

Vertaal in het NL:
Je détéste les ognions

Slide 16 - Question ouverte

vertaal:
houden van

Slide 17 - Question ouverte

Vertaal in het NL:
- On va manger qulque chose?
-

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal in het NL:
- Ici, il n’y a pas de fromage.
- Je ne comprends pas.

Slide 19 - Question ouverte

vertaal in het Frans:
ik ben dol op chocolat!

Slide 20 - Question ouverte

Kies de passende vertaling van:
dol zijn op
A
adorer
B
préférer
C
détester
D
arriver

Slide 21 - Quiz

eten
A
venir
B
préférer
C
manger
D
détester

Slide 22 - Quiz

Vertaal in het Frans:
Ik heb een hekel aan tomaten

Slide 23 - Question ouverte

Vertaal: Ik ben dol op pizza.

Slide 24 - Question ouverte

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Vragen??
Was de uitleg duidelijk?
Was het voor je duidelijk wat je moet doen?
Heb je suggesties voor mij voor de volgende les?
Schrijf aub jouw ideeën hier!

Slide 26 - Diapositive

Schrijf 5 woorden en 2 zinnen die je vandaag hebt geleerd.

Slide 27 - Question ouverte

Wat vind je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Voc. A
Voc-Phrases-clésA-chapt2

Slide 29 - Diapositive

Les devoirs
- Herhaal voc. A  (FN-NF);
- Leer voc. en phrases-clés B. Gebruik slim stampen
Leerdoel: 
Je kunt deze woorden goed uitspreken en correct spellen!

Slide 30 - Diapositive

Phrases-clés 
  • Oefenen met de spreekopdrachten  13 et 14.

Slide 31 - Diapositive