Future + plurals

English
19-06-24
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

English
19-06-24

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen 
  • Aan het einde van de les kan ik de toekomende tijd (future) herkennen en het verschil in een zin herkennen tussen de verschillende vormen van toekomstige tijd ('will' en 'going to').
  • Aan het einde van de les kan ik meervouden herkennen en enkelvoudige woorden correct omzetten naar meervoud in het Engels.






Slide 2 - Diapositive

Future
He is going to throw a party this weekend.

I will help you with your homework.

We are going to go to Italy next summer.

It will be fun!


Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog over de future? Hoe maak je de future ook alweer? Kun je een voorbeeldzin bedenken? Noteer alles wat je nog weet over de future tense!

Slide 4 - Question ouverte

will+hele ww

spontane plannen
beloftes
voorspelling zonder bewijs


am/are/is+going to+hele ww

plannen die vaststaan 
voorspelling met bewijs

Slide 5 - Diapositive

Look at the difference:
I am going to throw a party this weekend.

My dog is angry, maybe he will bite me! 

Slide 6 - Diapositive

I think she.....the competition.
A
will win
B
is going to win

Slide 7 - Quiz

I promise I.....on time!
A
will be
B
am going to be

Slide 8 - Quiz

Tomorrow, we.....dinner at 8 p.m.
A
will have
B
are going to have

Slide 9 - Quiz

Ann.....you with your homework if you ask her.
A
will help
B
is going to help

Slide 10 - Quiz

Piet.....English next year. He has already chosen a school.
A
will study
B
is going to study

Slide 11 - Quiz

I'm hungry, maybe I.....some pizza
A
will order
B
am going to order

Slide 12 - Quiz

I think it......sunny this weekend.
A
will be
B
is going to be

Slide 13 - Quiz

Wat weet je nog over PLURALS? Wat is dat ook alweer? Kun je een paar voorbeelden bedenken? Noteer alles wat je nog weet over PLURALS!

Slide 14 - Question ouverte

if the word ends with 's', 'ch', 'sh', 'ss', 'x' or 'z' we have to add an '-es' to make it plural.

Slide 15 - Diapositive

Opdracht
Je gaat samenwerken met je partner! Elk duo krijgt een zakje met puzzels, die jullie correct naast elkaar moeten leggen volgens het voorbeeld hierboven. Het groepje dat als eerste alle combinaties goed heeft gelegd en bij iedere meervoud een zin in het Engels heeft bedacht, wint! (vb: They need to know not to play with knives). Het groepje dat wint, mag eerder naar huis:) Dit moeten jullie voor elkaar krijgen in minuten tijd! Denk eraan… SAMENWERKEN! Tip: verdeel de taken (schrijven, puzzelen)
timer
7:00

Slide 16 - Diapositive

Begrijp ik de future tense en de plurals?
A
JA! :D
B
NEE! :(
C
EEN BEETJE :|

Slide 17 - Quiz