Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom!
Pak je laptop en je boek
Zitten volgens plattegrond
Start lesson-up op
Controle huiswerk
timer
1:00
Slide 1 - Diapositive
Tijd van Pruiken en Revoluties
1700 - 1800
Slide 2 - Diapositive
Sleep de tijdvakicoontjes naar de juiste plek en zet de naam van de tijdvakken op de juiste plek.
Tekst
Slide 3 - Question de remorquage
1700 - 1800 Tijd van pruiken en revoluties
Slide 4 - Diapositive
Tijd van pruiken
Vroeger droegen de rijke mensen in Frankrijk een pruik. Dat straalde uit hoe rijk iemand was, dus hoe groter de pruik hoe rijker je was.
Slide 5 - Diapositive
Revolutie
A
manier om aan voedsel te komen
B
eerste historische periode
C
geld dat je uitgeeft
D
een grote, belangrijke verandering
Slide 6 - Quiz
Revolutie
Een grote opstand van een volk. Vaak wordt de oude regering dan afgezet (met geweld).
Slide 7 - Diapositive
Wat zou voor jou een reden zijn voor een revolutie?
Slide 8 - Question ouverte
Welkom!
Pak je laptop en je boek
Zitten volgens plattegrond
Start lesson-up op
Controle huiswerk
Lezen in stilte blz. 128
Slide 9 - Diapositive
Wanneer was de tijd van tijd van pruiken revoluties?
A
1600-1700
B
1650-1750
C
1700-1800
D
1900-2000
Slide 10 - Quiz
eerste stand
tweede stand
derde stand
Zet de standen op de juiste plaats
edelen
geestelijken
burgers
Slide 11 - Question de remorquage
Niet iedereen was rijk natuurlijk. De bevolking was verdeeld in drie standen.
Niet iedereen was rijk natuurlijk. De bevolking was verdeeld in 3 standen.
Slide 12 - Diapositive
Wat is een monarchie?
A
Een land dat door een koning wordt geregeerd
B
Een land dat door een gekozen leider wordt geregeerd
Slide 13 - Quiz
Monarchie
In de monarchie moesten de boeren en burgers belasting betalen. Dit was hun plicht. Hierdoor waren ze vaak arm.
Slide 14 - Diapositive
Koning
Koning Lodewijk XVI wilden dat de burgers nog meer belasting gingen betalen. Dit zodat hij oorlog kon voeren. Hierdoor waren de boeren en burgers erg boos.
Slide 15 - Diapositive
Welkom!
Pak je laptop en je boek
Zitten volgens plattegrond
Start lesson-up op
Controle huiswerk
Lezen in stilte blz. 130
Slide 16 - Diapositive
Nederland is een democratie. Wat betekent democratie?
A
De koning regeert
B
God regeert in een land
C
Het volk kies de regering
Slide 17 - Quiz
Nieuwe ideeën
Inwoners uit westerse landen gingen kritisch nadenken. Ze wilden meer vrijheid en gelijkheid.
Slide 18 - Diapositive
Democratie
Mensen vonden dat burgers ook het recht moesten hebben om zelf wetten te maken. Ze wilden een democratie. Er moest een grondwet komen met daarin de grondrechten.
Slide 19 - Diapositive
Een grondwet is..
A
Een wet over de grenzen van een land
B
De belangrijkste wetten van een land
C
Wetten over het grondgebied van een land
Slide 20 - Quiz
Wat is een rechtstaat?
A
een staat met een rechter
B
een staat met wetten
C
een land waar iedereen zich aan de wet moet houden
Slide 21 - Quiz
Rechtsstaat
elke stand belasting ging betalen
recht op vrijheid
iedereen aan de wet houden (ook de koning)
Slide 22 - Diapositive
Staten-Generaal
De koning riep de Staten-Generaal bijeen om extra geld te vragen aan de burgers.
De Burgers wilden dit in ruil voor inspraak. De koning weigerde dit.
Hierdoor groeide de ontevredenheid van de burgers.
Slide 23 - Diapositive
Wat is een revolutie?
A
Een periode in de geschiedenis
B
een grote, belangrijke verandering
Slide 24 - Quiz
Maak de juiste combinaties
Bevolkingsgroep met eigen rechten en plichten
Iets wat je moet
Land waarin iedereen zich aan de wet moet houden
Regeringsvorm waarbij de koning de macht heeft
Monarchie
Plicht
Rechtstaat
Stand
Slide 25 - Question de remorquage
De burgers wilden meer gelijkheid en vrijheid. Hiervoor wilden ze inspraak. Hoe wordt zo'n bestuursvorm genoemd?
A
Democratie
B
Monarchie
C
Dictatuur
D
Rechten
Slide 26 - Quiz
Aan het werk
In het boek
Maken 8.1 blz. 128 t/m 133
Maken herhaling (blz. 134)
Maken verdieping (blz. 135)
timer
10:00
Slide 27 - Diapositive
Welkom!
Pak je laptop en je boek
Zitten volgens plattegrond
Start lesson-up op
Controle huiswerk
timer
1:00
Slide 28 - Diapositive
Wanneer was de tijd van tijd van pruiken revoluties?
A
1600-1700
B
1650-1750
C
1700-1800
D
1900-2000
Slide 29 - Quiz
Geestelijken
Edelen
Burgers en boeren
1e stand:
veel rechten, geen belasting
2e stand:
veel rechten geen belasting
3e stand:
weinig rechten, geen belasting
Slide 30 - Question de remorquage
Maak de juiste combinaties
Bevolkingsgroep met eigen rechten en plichten
Iets wat je moet
Land waarin iedereen zich aan de wet moet houden
Regeringsvorm waarbij de koning de macht heeft
Monarchie
Plicht
Rechtstaat
Stand
Slide 31 - Question de remorquage
De burgers wilden meer gelijkheid en vrijheid. Hiervoor wilden ze inspraak. Hoe wordt zo'n bestuursvorm genoemd?
A
Democratie
B
Monarchie
C
Dictatuur
D
Rechten
Slide 32 - Quiz
Welkom!
Pak je laptop en je boek
Zitten volgens plattegrond
Start lesson-up op
Controle huiswerk
Lezen in stilte blz. 131
Slide 33 - Diapositive
De Franse Revolutie
Slide 34 - Diapositive
De Franse Revolutie begon in
A
1748
B
1776
C
1789
D
1795
Slide 35 - Quiz
Waarmee startte de Franse revolutie?
A
Burgeroorlog
B
de bestorming van de Bastille
C
Ontevredenheid van de adel
D
Ontevredenheid van de geestelijken
Slide 36 - Quiz
Op 14 juli 1789 bestormden de Parijse burgers de Bastille, een gebouw dat werd gebruikt als gevangenis. De Franse revolutie was uitgebroken.
Slide 37 - Diapositive
Wat was het nieuwe bestuur na de Franse Revolutie?
A
Lodewijk XVI had nog steeds alle macht
B
De Nationale Vergadering
C
De rechtsstaat
Slide 38 - Quiz
Frankrijk is nu een republiek, wat is een republiek?
A
Een republiek is een land zonder armoede
B
Een republiek is een land zonder geloof
C
Een republiek is een land zonder koning
Slide 39 - Quiz
Hoe werd Frankrijk een republiek?
A
Napoleon besloot dat
B
De koning besloot dat
C
dat besloot de Nationale Vergadering
D
Doordat de koning werd onthoofd
Slide 40 - Quiz
De Franse revolutie
De revolutionairen namen de macht over. Lodewijk mocht koning blijven maar had geen macht meer.
Slide 41 - Diapositive
Het nieuwe bestuur was de nationale vergadering. Zij schaften de rechten van de adel en geestelijken af. Ook mochten burgers nu meepraten over het bestuur. Zo werd de Franse Revolutie een democratische revolutie.
Slide 42 - Diapositive
Lodewijk XVI
De koning wilde vluchten
De koning werd afgezet
Frankrijk werd hierdoor een republiek.
Lodewijk werd vervolgens onthoofd met een guillotine.
Slide 43 - Diapositive
Welkom!
Pak je laptop en je boek
Zitten volgens plattegrond
Start lesson-up op
Controle huiswerk
Lezen in stilte blz. 132
Slide 44 - Diapositive
Napoleon
Napoleon nam de macht over
Kroonde hij zichzelf tot keizer.
Hij voerde nieuwe wetten door. Er waren geen standen meer en iedereen was voor de wet gelijk.
Ook zorgde hij voor scheiding van de kerk en staat.
Slide 45 - Diapositive
Napoleon wilde zijn ideeën verspreiden. Dit deed hij door landen te veroveren. Ook de republiek der zeven verenigde Nederlanden kwam zo in handen van Napoleon. In 1815 werd hij verslagen.