1 vwo - chapitre 3 - bron A ecouter

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

PROGRAMME

• Absentie
• phrases-clés
• Terugblik
• Vocabulaire A
• Ecouter - bron A
• Huiswerk

Bonjour, tu peux te présenter?

À quelle heure tu commences le jeudi?

Tu aimes l'anglais?

C'est quand ton anniversaire?

1. Wanneer ben jij jarig?
2. Wanneer ga jij feest vieren?
3. Wanneer is hij jarig?
4. Ga jij je verjaardag vieren?

Wat is 'un francophone'?
Wat is 'une francophonie'?

In welke landen worden er, naast Frankrijk, Frans gesproken in de wereld?

On y va!

C'est parti!

1HV  H3  LessonUp Les 8

Wie is geen familielid?

1. la cousine
2. le frère
3. le grand-père
4. l'ami

le cousin

1. de nicht
2. de neef
3. de oma
4. streng

l'anniversaire

1. het feest
2. de verjaardag
3. de vriendin
4. de avond

Vertaal naar het Frans:
de oma

1. la grand-père
2. le grand-père
3. la grand-mère
4. le grand-mère

Kies de goede vertaling van de volgende datum:
Le six janvier

1. 8 juni
2. 10 juni
3. 5 januari
4. 6 januari

Wat zet je vóór de Franse datum?

1. niks
2. le
3. la

Hoe schrijf je augustus?

1. oêut
2. augustum
3. oet
4. août

Vertaal: Je vais avoir treize ans en août.

1. Ik word dertien jaar in augustus.
2. Ik was drie jaar in Australië.
3. Ik ben jarig in mei.
4. Ik word zeventien jaar in oktober.

Cherche ton mois de l'anniversaire.

Mon anniversaire, c'est le sept février :)

Noteer nu jouw verjaardagsdatum in het Frans:

p. 42 TB

p. 95 WB

Wat betekent de titel van bron A?
Aie aie aie, les dates d'anniversaires!

1. Aie aie aie, valentijnsdates!
2. Aie aie aie, school data!
3. Aie aie aie, verjaardagsdata!
4. Aie aie aie, houdbaarheidsdata!

p. 42 TB

p. 90 WB

exercice 4a - beantwoord de vragen.
1. Hoe laat komt Romane op school aan?
2. Wie is Julie?
3. Wat doet Romane?

Vrai ou faux?
Julie is op 7 november jarig.

1. vrai
2. faux

Vrai ou faux?
Ze wordt 13 jaar.

1. vrai
2. faux

Vrai ou faux?
Er komen alleen schoolvrienden op het feestje.

1. vrai
2. faux

Vrai ou faux?
Romane heeft geen broers of zussen.

1. vrai
2. faux

Vrai ou faux?
Julies halfbroertje is heel vervelend.

1. vrai
2. faux

Vrai ou faux?
Hij is op Valentijnsdag jarig.

1. vrai
2. faux

Huiswerk - Les devoirs

Maken: opdracht 4a, 5, 6, 7 bladzijde 95-96

Leren: vocabulaire A page 128

Maak een foto en stuur dit uiterlijk donderdag 11 februari naar mij via MS teams!