5 Herhaling

Een hoek bestaat uit?
A
hoekpunt en twee benen
B
Letter en twee lijnen
C
Hoekpunt en twee lijnen
D
Letter en twee benen
1 / 19
suivant
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Een hoek bestaat uit?
A
hoekpunt en twee benen
B
Letter en twee lijnen
C
Hoekpunt en twee lijnen
D
Letter en twee benen

Slide 1 - Quiz

De letter die hoort bij een hoek staat:
A
bij de hoekpunt
B
bij de benen
C
tussen de benen
D
bij je buurman in het boek

Slide 2 - Quiz

Bij welke klok is de hoek tussen de wijzers het grootst?
A
de linker klok
B
de rechter klok

Slide 3 - Quiz

Been
Hoekpunt
Been
3
1
2

Slide 4 - Question de remorquage

Zet de hoeken van klein naar groot 

Slide 5 - Question de remorquage

hoe heet dit hulpmiddel?
A
kompasroos
B
passer
C
geodriehoek
D
cirkel

Slide 6 - Quiz

Waar gebruik je een kompasroos voor?
A
Om te kijken of je de goede richting op gaat
B
Om precies aan te geven hoe groot een hoek is.
C
Om een lijn op te meten
D
Om een cirkel te tekenen

Slide 7 - Quiz

Scherpe hoek
Rechte hoek
Stompe hoek

Slide 8 - Question de remorquage

Rechte hoek
Scherpe hoek
Stompe hoek

Slide 9 - Question de remorquage

Is hoek B een scherpe, rechte of stompe hoek?
A
scherpe hoek
B
rechte hoek
C
stompe hoek

Slide 10 - Quiz

Is hoek C een scherpe, rechte of stompe hoek?
A
scherpe hoek
B
rechte hoek
C
stompe hoek

Slide 11 - Quiz

Is hoek E een scherpe, rechte of stompe hoek?
A
scherpe hoek
B
rechte hoek
C
stompe hoek

Slide 12 - Quiz

1
2
3
4
Is de hoek scherp of stomp?
Leg de N-lijn op één van de benen van de hoek. Denk eraan dat je naar het andere been meet met de klok mee.
Leg het midden van de kompasroos op het hoekpunt.
Lees bij het andere been het aantal graden af.

Slide 13 - Question de remorquage

Stap 1
Stap 2 
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Teken een punt waar het hoekpunt moet komen
 Teken een been vanuit het punt
Leg de kompasroos op het punt en de N-lijn op het getekende been
Zet een stipje bij het aantal graden
Teken het andere been door het stipje met de punt te verbinden
Schrijf de hoofdletter bij de hoek

Slide 14 - Question de remorquage

Een volle hoek is
A
90 graden
B
180 graden
C
360 graden
D
> 180 graden

Slide 15 - Quiz

Een gestrekte hoek is..
A
90 graden
B
180 graden
C
360 graden
D
Geen van allen

Slide 16 - Quiz

Bij A staat een persoon.
Hoe noem je de rode lijnen
A
benen
B
kijkhoek
C
hoekpunt
D
kijklijnen

Slide 17 - Quiz

Waar zijn de kijklijnen goed getekend?
A
Bij A
B
Bij B
C
Bij C
D
Bij geen een van allen

Slide 18 - Quiz

Vanaf welk punt zijn de kijklijnen juist getekend?
A
A
B
B
C
geen van beide
D
allebei

Slide 19 - Quiz