Spaans les 4 - Vamos a hablar español
1 / 31
La durée de la leçon est: 90 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
¿Cómo estás?
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
El chico es español, .... en Barcelona.
De jongen is Spaans, hij woont in Barcelona
De jongen is Spaans, hij woont in Barcelona
A
vivo (yo)
B
habla (el)
C
vive (el)
D
está (el)
Slide 13 - Quiz
Nadia es bilingüe en español y neerlandés, .... dos lenguajes.
Nadia is tweetalig in Spaans en Nederlands, zij spreekt twee talen.
Nadia is tweetalig in Spaans en Nederlands, zij spreekt twee talen.
A
hablo (yo)
B
habla (ella)
C
vivo (yo)
D
hablas (tú)
Slide 14 - Quiz
Mis hermanos son de Venezuela pero ... en Aruba.
Mijn broers komen uit Venezuela maar leven op Aruba.
Mijn broers komen uit Venezuela maar leven op Aruba.
A
trabajan (ellos)
B
viven (ellos)
C
estudían (ellos)
D
hablan (ellos)
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Lien
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Lien
Alicia ... 12 años, ... joven.
Alicia is 12 jaar oud, zij is jong.
Alicia is 12 jaar oud, zij is jong.
A
tiene (ella)
B
es (ella)
C
tengo (yo)
D
son (ellos)
Slide 20 - Quiz
Mario y yo ... mejores amigos, ... mucho en común.
Mario en ik zijn beste vrienden, we hebben veel gemeen.
Mario en ik zijn beste vrienden, we hebben veel gemeen.
A
son (ellos)
B
tengo (yo)
C
somos (nosotros)
D
tenemos (nosotros)
