Thema 9 Europa: blok 1 en 2

Thema 9 Europa
Blok 1: Eerste Wereldoorlog
Blok 2: Tweede Wereldoorlog

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 9 Europa
Blok 1: Eerste Wereldoorlog
Blok 2: Tweede Wereldoorlog

Slide 1 - Diapositive

Wanneer is de Eerste Wereldoorlog begonnen
A
1939
B
1914
C
1945
D
1910

Slide 2 - Quiz

Hoe heet het verdrag waarin de afspraken werden gemaakt na de Eerste Wereldoorlog?
A
Verdrag van Berlijn
B
Verdrag van Maastricht
C
Verdrag van Warschau
D
Verdrag van Versailles

Slide 3 - Quiz

verdrag in Versailles is in...
A
1919
B
1914
C
1918
D
1929

Slide 4 - Quiz

Welke oorlog was er tussen 1939-1945
A
Burgeroorlog
B
Eerste wereldoorlog
C
Tweede wereldoorlog
D
Derde wereldoorlog

Slide 5 - Quiz

WOI

Slide 6 - Diapositive

Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918)


  • Wraakgevoelens Frankrijk
  • Nationalisme (veelvolkerenstaten)
  • Wapenwedloop
  • Bondgenootschappen
  • Streven naar een wereldrijk (imperialisme)
  • Militarisme (verheerlijking leger)
  • Prins vermoord: lont in het kruitvat

Slide 7 - Diapositive

Directe aanleiding voor WOI: prins vermoord
juni 1914
Oostenrijk-Hongarije verdenkt de Serven ervan
Serven & Russen bondje
Russen & Fransen & Engelsen bondje
Oostenrijk-Hongarije & Duitsland & Italianen ook een bondje

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Wraakgevoelens Frankrijk door: Oorlog FR-DU: 1870-1871
*Duitsland winnaar
* Frankrijk verliest grondgebied aan Duitsland o.a. Elzas Lotharingen
*Duitsland werd heel machtig

Slide 10 - Diapositive

Deze bron moet je kunnen uitleggen, je moet kunnen vertellen hoe het zit met 'La Revanche', wie is de octopus? Aan welke kant staat de maker de prent, hoe ziet je dat (beeldelementen)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Bondjes
* Bondje Fransen-Russen tegen gezamenlijke vijand: het machtige Duitsland, ook de Engelsen sloten aan (geallieerden)
* Duitsland bondje met Oostenrijk-Hongarije en Italianen (centralen)

Slide 13 - Diapositive

Prentbriefkaart uit WOI die de bondgenoootschappen goed uitbeeldt, dit zijn de geaillieerden

Slide 14 - Diapositive

Militarisme
moed, discipline, strijdlust
N.b. door het militarisme bleven jonge mannen zich maar aanmelden voor de oorlog.
Welke beeldelementen van militarisme zie je op de bron?

Slide 15 - Diapositive


Loopgravenoorlog


  • Het Von Schlieffenplan mislukt: de opmars van Duitsland loopt vast in Noord-Frankrijk en België
  • Aan beide kanten van het front worden loopgraven gegraven
  • Een loopgravenoorlog is een statische oorlog omdat, strijdende partijen zitten vast in hun loopgraven, ze komen letterlijk niet vooruit.

Slide 16 - Diapositive

Tweede Wereldoorlog
1939-1945

Slide 17 - Diapositive

Hitler aan de macht
  • In 1933 wordt Hitler benoemd tot rijkskanselier (minister president)  van Duitsland. 
  • De nazi’s namen snel maatregelen die Joden het leven erg moeilijk maakten zoals: 
-niet meer werken voor de overheid
-niet trouwen met een Duitser
-hun grondrechten werden hen afgenomen
Er was weinig verzet tegen Hitler in Duitsland.  Waarom niet? 
Hitler

Slide 18 - Diapositive

Holocaust of Shoah
Dit is de vernietiging van de Joden in WOII door nazi-Duitsland/Hitler. Het was een genocide = het vooropgezet/organiseren van het uitroeien/vernietigen van een volk of groep mensen

Slide 19 - Diapositive

Holocaust/Shoah
Vier stappen tot genocide
1. Segregatie (Jodenster, bepaalde winkels/bioscoop/etc/ voor Joden verboden, wonen in Joodse wijken (ghetto)
2. Concentratie (Joden samenbrengen in bijv. doorganskamp Westerbork)
3. Deportatie (per trein vervoeren naar vernietigingskamp)
4. Moord (vermoorden door doodschieten of gaskamer)

Slide 20 - Diapositive

In Amsterdam was de Amsterdamse Schouwburg een laatste stop voor joden uit de stad richting Westerbork. Welk antwoord is hoort hierbij?
A
Segregatie
B
Concentratie
C
Deportatie
D
Moord

Slide 21 - Quiz

In Sachsenhausen (nabij Berlijn) zijn zo'n 50.000 mensen omgekomen door uitputting, ondervoeding en geweld. Welk antwoord hoort daarbij?
A
Segregatie
B
Concentratie
C
Deportatie
D
Genocide

Slide 22 - Quiz


Duitsland valt Polen aan
1 september 1939




"Vanaf 5:45 uur wordt teruggeschoten!"       

Hitler geeft aan dat hij wel móet reageren op een Poolse aanval op een 
Duits radiostation. De Duitsers hebben deze aanval in scène gezet.

Slide 23 - Diapositive


Begin Tweede Wereldoorlog
3 september 1939




Na de Duitse aanval op Polen, kunnen Engeland en Frankrijk 
maar één ding doen: 

Duitsland de oorlog verklaren...

Slide 24 - Diapositive


Blitzkrieg in West-Europa
april-juli 1940




  • Blitzkrieg = bliksemoorlog, snel en strategisch de vijand overrompelen
  • April 1940: Denemarken en Noorwegen bezet
  • 10 mei 1940: Nederland, België en Frankrijk

Slide 25 - Diapositive


Nederland capituleert
15 mei 1940




  • Hoewel er op sommige plekken door het Nederlandse leger meer tegenstand wordt geboden dan de Duitsers hadden verwacht, kan de Nederlandse regering, na het bombardement op Rotterdam, niets anders doen zich over te geven (capituleren) aan de Duitsers.

Slide 26 - Diapositive

Japanse aanval op Pearl Harbor
7 december 1941

  • As-mogendheid Japan wil in Azië een machtig land zijn. 
  • Om dit doel te bereiken vallen ze de Amerikaanse marinebasis op Hawaï (Pearl Harbor), volkomen bij verrassing, aan. 
  • Door de verwoeste Amerikaanse vloot, heeft Japan vrij spel in Azië
  • Amerika verklaart de oorlog aan Japan.

Slide 27 - Diapositive

Japan bezet Nederlands-Indië 
maart 1942





  • Nederlanders worden geïnterneerd in Jappenkampen
  • De omstandigheden zijn vreselijk: slechte hygiëne, honger en lijfstraffen.
  • Vrouwen moeten soms als prostituees ('troostmeisjes') werken.



Slide 28 - Diapositive


Slag bij Stalingrad
augustus 1942 - februari 1943




  • Door de ijzige kou en slechte bevoorrading wordt het Duitse leger verslagen. 
  • Hitler moet opgeven: Stalingrad blijkt niet te veroveren.
  • Het wordt een keerpunt in de oorlog: de Sovjet-Unie begint met het terugdringen van het Duitse leger. 

Slide 29 - Diapositive

D-Day
6 juni 1944




  • Met de landing in Normandië kwam er eindelijk een front in het Westen, iets waar Stalin lang om had verzocht.
  • De D in D-Day staat voor Decision (beslissing)

Slide 30 - Diapositive


De Bevrijding
5 mei 1945






Slide 31 - Diapositive


Capitulatie van Japan
15 augustus 1945





  • Na de verwoesting door de twee Amerikaanse atoombommen, kan Japan niets anders doen dan zich over te geven aan de Geallieerden.

Slide 32 - Diapositive