Quiz voca A et B et phrases clés C

Aujourd'hui
  • Toets bespreken
  • Quiz (LessonUp) over Voca A en B
  • spreken in duo's voorbereiden
  • spreken in duo's uitvoeren
vendredi le 17 novembre 
La classe 3HA
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Aujourd'hui
  • Toets bespreken
  • Quiz (LessonUp) over Voca A en B
  • spreken in duo's voorbereiden
  • spreken in duo's uitvoeren
vendredi le 17 novembre 
La classe 3HA

Slide 1 - Diapositive

Parler ensemble
VOORBEREIDEN (SCHRIJF OP)
Voer het gesprek met behulp van Phrases-clés op blz.  66
  • Pas de antwoorden aan op je eigen situatie.
  • Noem 2 dagen van de week en vertel wat je dan doet.
Bijvoorbeeld:
"Le vendredi je mange toujours des frites."
"Le samedi je joue un match de foot."
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Quiz voca A et B (10 vragen)
Kijk in 5 minuten de woordjes over op blz. 86
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

1. lachen
A
réfléchir
B
aider
C
rigoler
D
appeler

Slide 4 - Quiz

2. vroeg
A
tôt
B
tard
C
dur
D
déjà

Slide 5 - Quiz

3. beginnen
A
aider
B
connaître
C
lire
D
commencer

Slide 6 - Quiz

4. volgende
A
fatigué
B
prochain
C
chaque
D
parfois

Slide 7 - Quiz

5. soms
A
haut
B
même
C
tard
D
parfois

Slide 8 - Quiz

6. Faire la grasse matinée
A
winkelen
B
kennen
C
uitslapen
D
nadenken

Slide 9 - Quiz

7. je me lève
A
Ik leef
B
ik lees
C
Ik bel
D
Ik sta op

Slide 10 - Quiz

8. Plutôt
A
nogal
B
laat
C
vroeg
D
zoals

Slide 11 - Quiz

9. la fois
A
het scherm
B
de keer
C
de ingang
D
de mening

Slide 12 - Quiz

10. lire
A
zeggen
B
helpen
C
lezen
D
leven

Slide 13 - Quiz

Pendant mon temps libre......
je lis
je regarde Netflix
je fais du sport
je joue à la console
je vois mes amis

Slide 14 - Sondage

Parler ensemble
VOORBEREIDEN (SCHRIJF OP)
Voer het gesprek met behulp van Phrases-clés op blz.  66
  • Pas de antwoorden aan op je eigen situatie.
  • Noem 2 dagen van de week en vertel wat je dan doet.
Bijvoorbeeld:
"Le vendredi je mange toujours des frites."
"Le samedi je joue un match de foot."
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Huiswerk 
Leren: Prases clés C - blz. 88
Bestudeer Grammaire blz. 68
Maken: opdr 15 blz. 68, 69


Slide 16 - Diapositive