Dichtheid oefenen V2

Oefenen met dichtheid 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oefenen met dichtheid 

Slide 1 - Diapositive

Donderdag
SO practicum dichtheid

Individueel!

Slide 2 - Diapositive

Wat is dichtheid?
A
De hoeveelheid stof per 1 gram
B
De hoeveelheid stof die je weegt
C
De hoeveelheid stof per 1 cm3
D
De hoeveelheid stof die je ziet

Slide 3 - Quiz

De dichtheid van 1 kilogram lood en 1 gram lood is
A
gelijk
B
verschillend
C
dat kun je niet weten
D
gelijk aan water

Slide 4 - Quiz

De dichtheid van ijzer is lager dan die van lood, dus als je van ieder een blokje van gelijk volume hebt dan:
A
Is die van ijzer zwaarder
B
Is die van lood zwaarder
C
Kun je niks zeggen over de massa
D
Zijn de even zwaar

Slide 5 - Quiz

IJs heeft een dichtheid van 0,95 g/cm3.Water heeft een dichtheid van 1,00 g/cm3 dus:
A
IJs zal zinken in water
B
IJs zal drijven op water
C
Je weet niet of ijs drijft of zinkt
D
IJs zal zweven in water

Slide 6 - Quiz

Stel je wilt de massa berekenen en hebt de dichtheid en het volume, welke formule moet je dan gebruiken?
A
m = ρ x V
B
m = V : ρ
C
m = ρ - V
D
m = ρ : V

Slide 7 - Quiz

Stel je wilt het volume berekenen en hebt de dichtheid en de massa, welke formule moet je dan gebruiken?
A
V = ρ x m
B
V = ρ : m
C
V = ρ - m
D
V = m : ρ

Slide 8 - Quiz

De dichtheid van een blokje ijzer is 7,8 g/cm3. Je hebt een blokje van 6,5 cm3. Wat is de massa van dit blokje in g?
A
50,7 g
B
1,2 g
C
0,83 cm^3
D
40,7 cm^3

Slide 9 - Quiz

De massa is 50 gram en de dichtheid 0,8 g/cm3. Hoe groot is het volume van dit blokje in cm3?
A
40 cm^3
B
40 g
C
62,5 cm^3
D
0,02 cm^3

Slide 10 - Quiz

Welk balletje heeft de kleinste dichtheid?
A
1
B
2
C
3

Slide 11 - Quiz

Welke heeft de grootste dichtheid?
A
A
B
B

Slide 12 - Quiz

Wat is de eenheid van dichtheid?
Dus waar drukken we dichtheid in uit?
A
mg/ml
B
cm3/g
C
g/cm3
D
km/dag

Slide 13 - Quiz

Wat heeft een grotere dichtheid? Water of olie?
A
Water
B
Olie

Slide 14 - Quiz

Wat is de dichtheid van dit voorwerp?
A
9,0g/cm3
B
8,9g/cm3
C
0,11g/cm3
D
80g/cm3

Slide 15 - Quiz

Welk voorwerp heeft de grootste dichtheid?

Blok A of blok B?
A
blok A
B
blok B
C
de dichtheid van beide blokken is even groot
D
dat kun je niet zeggen! (te weinig gegevens)

Slide 16 - Quiz

De steen heeft een massa van 36 gram. Wat is de dichtheid?
A
0.25cm3g
B
2cm3g
C
4cm3g
D
9cm3g

Slide 17 - Quiz

Wat is de dichtheid van dit voorwerp?
A
27g/cm3
B
2,7g/cm3
C
10g/cm3
D
0,37g/cm3

Slide 18 - Quiz

Welke heeft de kleinste dichtheid?
A
aluminium
B
glas
C
keukenzout
D
perspex

Slide 19 - Quiz

Wat is de dichtheid van een blokje staal?
A
7,9 g/cm^3
B
7,8 g/cm^3
C
8,5 g/cm^3
D
7,2 g/cm^3

Slide 20 - Quiz


Wat is de dichtheid van het gas zuurstof?
A
0,92 g/cm3
B
0,00143 g/cm3
C
0,0039 g/cm3
D
0,0059 g/cm3

Slide 21 - Quiz