Wat weet je nog?
1 / 12
La durée de la leçon est: 10 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Jeugdboeken vallen onder fictie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Schoolteksten zijn non-fictie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Oorlog is een voorbeeld van een genre.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Een tekst is opgebouwd uit:
Inleiding, middenstuk, slot
Inleiding, middenstuk, slot
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
In een inleiding noteer je waar het verhaal over gaat.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
In het middenstuk maak je gebruik van tussenkopjes.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
In het slot schrijf je altijd een conclusie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Een alinea bestaat uit een kernzin, voorbeeld en uitleg.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Informeren is een tekstdoel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
De tekstdoelen zijn:
informeren, amuseren, overtuigen, overhalen
informeren, amuseren, overtuigen, overhalen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Hoofdzaken in een tekst zijn voorbeelden en uitleg.
A
Waar
B
Niet waar
