Weektaak Wiskunde week 21 Ben en Niek (7.4)

• Wiskunde
• Voortgezet speciaal onderwijs

7.4. Percentage berekenen

Welke opdrachten je moet maken zie je later in de les.

Kan ik antwoord geven op het doel

Aan het eind van de les weet ik hoe ik de nieuwe prijs moet berekenen met procenten

Aan het eind van de les weet ik hoe ik percentages moet berkenen bij niet mooi ronde getallen

Vorige les kort herhalen

Vorige les heb je aan paragraaf 7.3 gewerkt.

Je gaat deze les werken aan paragraaf 7.4.

Maar eerst ga je nog even 7.3 kort herhalen.

Succes!!

2 manieren om procenten te berekenen

Manier 1:

Manier 1: Je berekent eerst de korting in euro's .

Daarna trek je de korting af van de oude prijs.

Of tel je de prijsverhoging bij de nieuwe prijs op.
Manier 2: 

Manier 2: Bereken eerst het percentage van de nieuwe prijs.

Daara bereken je de nieuwe prijs.

BEIDE MANIEREN MAG JE GEBRUIKEN

LET OP!! BIJ BEIDE MANIEREN MAG JE ALTIJD JE REKENMACHINE GEBRUIIKEN

Stel je krijgt 20% korting op een broek van €49,95. Hoeveel moet je nu betalen voor de broek?

1. €9,99
2. €39,96
3. €40,00
4. €10,00

Uitleg bij de vraag: Stel je krijgt 20% korting op een broek van €49,95. Hoeveel moet je nu betalen voor de broek?

Manier 1: Eerst de korting berekenen

 49,95 - 20% korting is dus

49,95 - 9,99 = 39,96

Zie de tabel hiernaast
Conclusie:

Dus de broek kost nu €39,96

Manier 2 staat uitgelegd
op de volgende pagina

euro´s	49,95	0,4995	9,99
%	100	1	20

:100

x 20

:100

x 20

Uitleg bij de vraag: Stel je krijgt 20% korting op een broek van €49,95. Hoeveel moet je nu betalen voor de broek?

Manier 2:  Bereken eerst hoeveel procent de nieuwe prijs is

€49,95 is de oude prijs en dus 100%.
Bij de nieuwe prijs is er 20% af gehaald.

De nieuwe prijs is dan dus 80%

Dit kan je ook met een verhoudingstabel uitrekenen.

Zie de tabel hiernaast.

Conclusie:

De nieuwe prijs van de broek is dus 80%

van €49,95 en dat is €39,96

euro´s	49,95	0,4995	39,96
%	100	1	80

:100

x 80

:100

x 80

​8​​1​​

​10​​2​​

​5​​3​​

​14​​7​​

​3​​1​​

20%

12,5%

60 %

50%

33,33%

En nu?

Nu ga je beginnen met paragraaf 7.4

Op de volgende pagina´s komt de uitleg met vragen.

Daarna zie je welke opdrachten je moet maken.

7.4. Procenten berekenen

Tot nu toe wist je steeds het aantal procenten en
moest je berekenen hoeveel dat in aantallen was. 
Maar soms moet je het andersom uit rekenen.
Dan weet je het aantal en wil je weten hoeveel procent dat is van het totaal. 

Tot nu toe heb je vaak gewerkt met mooie ronde getallen.
Maar soms zijn het niet zulke mooie, ronde getallen.

Bij beide onderdelen moet je met een verhoudingstabel werken.

Op de volgende pagina´s ga ik uitleggen hoe je dit doet

Maar eerst nog even checken of je nog weet wat een verhoudingstabel is :)

Is dit een verhoudingstabel?

1. Ja
2. Nee

Is dit een verhoudingstabel?

1. ja
2. nee

Procenten berekenen STAP 1

Stel er zitten 16 parkieten in een volière (een ruime vogelkooi).
7 van deze parkieten zijn rood.
Hoeveel procent van de parkieten is rood?

 

aantal

240

aantal

Stap 1.

Maak een verhoudingstabel

Procenten berekenen STAP 2

Stel er zitten 16 parkieten in een volière.
7 van deze parkieten zijn rood. Hoeveel procent van de parkieten is rood?

 

aantal

240

aantal

16

7

1

: 16

x 7

: 16

x 7

Stap 2. Vul de verhoudingstabel in met gebruik van de pijlen

Procenten berekenen Stap 3

Stel er zitten 16 parkieten in een volière.
7 van deze parkieten zijn rood.
Hoeveel procent van de parkieten is rood?

 

aantal

240

aantal

16

7

1

: 16

x 7

: 16

x 7

6,25

43,75

Stap 3. Reken uit en beantwoord de vraag en schrijf een conclusie op.

LET OP! rond procenten af op 1 decimaal (1 getal achter dekomma)

43,75 is afgerond op 1 decimaal 43,8%

Conlusie: 

43,8% van de parkieten is rood!

Dus wat weet je nu?

Je hebt nu uitgerekent hoeveel 7 van de 16 parkieten in procenten is.

Even nog een aantal belangrijke dingen op een rijtje:

1. Gebruik een verhoudingstabel.

2. Let goed op hoe je de verhoudingstabel in vult

3. Rond procenten af op 1 decimaal (1 getal achter de komma)

4. Schrijf na het invullen van de tabel altijd een conclusie op

En nu?

Nu komen er enkele vragen.

Daarna staat er welke opdrachten
je uit het boek moet maken

Succes :)

Stel 5 van de 12 leerlingen hebben donker bruin haar. Hoeveel % van de leerlingen heeft dan bruin haar?

1. 5%
2. 41,66%
3. 41,7%
4. 41,67%

Stel er zijn 23 huizen en 13 van die huizen heeft een donkere blauwe voordeur. Hoeveel % van de deuren huizen heeft een donker blauwe voordeur?

1. 56,52%
2. 56,5%
3. 13%
4. 56,6%

Koen heeft € 134,- op zijn rekening staan. Hij krijgt elke maand € 6,30 rente. Hoeveel procent rente krijgt hij elke maand?

1. 6%
2. 4,70%
3. 4,1%
4. 4,7%

Aan de slag

Dat was de uitleg voor deze week. De uitleg staat
ook in je boek bij paragraaf 7.4. 
Nu kan je aan de slag

Maken: opdracht 39, 41, 42, 45 op blz. 64 en 65

JE MAG BIJ ALLE OPDRACHTEN JE REKENMACHINE GEBRUIKEN!!! 

Als je vragen hebt: mail dan naar [e-mail]29360 t/m

KLAAR? Stuur dan foto´s van je werk naar [e-mail]

Dat was Wiskunde voor deze week

:)