4V laatste les

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Maak groepjes van 3 personen
Ga door op de naam van één van je groepje
Je mag onderling overleggen, maar speel het eerlijk. Géén boeken erbij! 

Slide 2 - Diapositive

Over le Petit Nicolas: 
Wat weten jullie nog van de verhalen? 

Slide 3 - Diapositive


Sempé is de naam van de schrijver van Le petit Nicolas
A
vrai
B
faux

Slide 4 - Quiz

De schrijver van le Petit Nicolas
heet G............(schrijf de naam op)
timer
0:30

Slide 5 - Question ouverte


Hoe heet dit vriendje van Nicolas?
A
Agnan
B
Clotaire
C
Eudes
D
Alceste

Slide 6 - Quiz


" Regardez-moi dans les yeux" 
Wie zegt dit steeds ?
A
le Bouillon
B
la maîtresse
C
le directeur
D
M. Bordenave

Slide 7 - Quiz


Hoe heet dit vriendje van Nicolas?
timer
0:30

Slide 8 - Question ouverte

Wat heeft Rufus altijd bij zich?
A
een bril
B
eten
C
een fluitje
D
een voetbal

Slide 9 - Quiz

"Un souvenir qu'on va chérir": om welk souvenir ging het in dit verhaal?
A
een postzegel
B
een nieuwe fiets
C
een slecht rapport
D
een foto

Slide 10 - Quiz

In "les cowboys" was papa de klos. Waarom was dat?
A
Hij kreeg ruzie met mama over de boodschappen
B
Iedereen was hem vergeten
C
Hij werd uitgelachen door de buurman
D
Hij kreeg weer geen salarisverhoging

Slide 11 - Quiz

Wat heb je opgestoken uit het boek?

Slide 12 - Diapositive


Wat is de naam van deze Franse feestdag? (alleen invuller)
Vul aan: Poisson de/d' ........
timer
0:30

Slide 13 - Question ouverte


                     Geef de Franse naam van de nationale    
                            feestdag (voluit) :
timer
0:30

Slide 14 - Question ouverte

Waarom was dat juist
die dag?
A
Toen werd de koning vermoord onder de guillotine
B
Toen werd de koning uit z'n paleis gehaald
C
Toen viel een gehate gevangenis in Parijs
D
Toen werd het eerste parlement geínstalleerd

Slide 15 - Quiz

Over welk onderwerp was dit jaar géén hoofdstuk in het boek?
A
jij zelf
B
Franse producten
C
films
D
toekomstplannen na school

Slide 16 - Quiz

Welk woord hoort niet in deze reeks?
A
faire les devoirs
B
faire la vaisselle
C
passer l'aspirateur
D
mettre la table

Slide 17 - Quiz

Ch 2 - De tekst: Aux armes citoyennes!
benadrukt de rol van ... in de Franse Revolutie.
A
de vrouw
B
kinderen
C
soldaten
D
de koning

Slide 18 - Quiz

In chap 2 las je een tekst over een beroemde modeontwerpster: Gabrielle Bonheur. Hoe is zij bekend geworden?
A
als Dior
B
als Chanel
C
als Cardin
D
als Saint-Laurent

Slide 19 - Quiz

In Chap 4 las je een tekst over Solidays.
Wat was Solidays?
A
een reisorganisatie
B
een bemiddelingsbureau voor werken in buitenland
C
een organisatie tegen discriminatie
D
een festival

Slide 20 - Quiz

Welke optie werd niet besproken in de école de l'avenir?
A
robots
B
schoolpleinen
C
online lessen
D
veranderbare klaslokalen

Slide 21 - Quiz

Un peu de grammaire: 
Qu'est- ce que vous savez encore? 

Slide 22 - Diapositive

Welk hulpwerkwoord heb je nodig voor de volgende werkwoorden?
avoir
être
dormir
être
avoir
se lever
partir
monter
arriver
rendre
mourir
vendre
rester
aller
se détendre
finir

Slide 23 - Question de remorquage

Welk woord is géén bijwoord?
A
meilleur
B
vite
C
bien
D
mal

Slide 24 - Quiz

Je te veux remercier du cadeau que tu m'as donné
A
correct
B
incorrect

Slide 25 - Quiz

Welk woord is géén tijdswoord?
A
devant
B
avant
C
parfois
D
souvent

Slide 26 - Quiz

Geef aan wanneer je welke tijd gebruikt:
Passé Composé
Imparfait
eenmalige gebeurtenis
gewoonte
Beschrijving
Plotseling
vertaling:
zat te..
was bezig om..
aantal handelingen na elkaar
na: 
puis
ensuite
na:
souvent
toujours
toestand

Slide 27 - Question de remorquage

Wat is de superlatif van bon?
timer
0:30

Slide 28 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend:
Je vais m'amuser demain.
timer
0:30

Slide 29 - Question ouverte

Zet in de Passé composé:
nous nous préparons
timer
0:30

Slide 30 - Question ouverte

Wat is de conditionnel van :
ils font
timer
0:30

Slide 31 - Question ouverte

Wat is het bijv.nw van:
méchamment
timer
0:30

Slide 32 - Question ouverte

En de winnaar is: 

Slide 33 - Diapositive

Et pour l'épreuve la semaine prochaine:  
N'oubliez pas votre dictionnaire!! 

Slide 34 - Diapositive