oefenen toets H1 en H2 les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Misdaad/taalgebruik

Wat betekent Connotatie ?

Wat zegt taalgebruik over jou?

Hierna volgen 3 uitspraken van mensen. Maak een keuze wie dit het meest waarschijnlijk uitsprak.

Zij hebben te veel bier op.

1. Jongeren
2. Laagopgeleiden
3. Twentenaren
4. Volwassenen

Lekker chillen, mattie

1. Mannen
2. Jongeren
3. Laagopgeleiden
4. Algemeen

Tegen wie kun je zeggen:
"Dat was echt fokking mooi!"

1. je ouders
2. je vriend(inn)en
3. je grootouders
4. je docent

Welk woord heeft voor jou de meest negatieve bijklank?

1. Urker
2. Marokkaan
3. Latino
4. Wijf

Welk woord heeft de meest negatieve bijklank voor jou?

1. Shit
2. Kut
3. Klote
4. Kanker

Taboewoorden

Als een woord vaak in een negatieve context wordt gebruikt, wordt een nieuw woord gecreëerd.

Liedtekst

"Ook al ben ik zwart als roet,

ik meen het wel goed."

Als het vervangende woord taboe wordt

Gastarbeider

Medelander

Allochtoon

Persoon met een migratieachtergrond

Woorden

Waarom noemden ouders kun kind vroeger debiel, maar nu niet meer?

Sleep alle woorden naar het juiste beschrijving toe. Klik daarna op controleren om het resultaat te zien.

een huis binnengaan met de bedoeling om te stelen

bekend door een vervelende eigenschap

slecht volk

iemand vertellen dat hij voor de rechter moet verschijnen

zonder je eigen naam bekend te maken

boete

oplichterij, oneerlijke handel

uitspraak van een rechter over de straf die iemand krijgt

ondervraging door de politie of rechter

zeggen dat het niet waar is

berucht

vonnis

incognito

zwendel

dagvaarden

verhoor

bekeuring

gespuis

inbraak

ontkennen

De ??? zorgde voor onrust
tijdens het concert

1. cipier
2. jurist
3. pyromaan
4. relschopper

Als ik jou was zou ik de diefstal
eerlijk ???

1. dwarsbomen
2. ontkennen
3. opbiechten
4. beweren

Het meisje werd vrijgelaten
nadat haar ??? was gecontroleerd.

1. motief
2. vonnis
3. alibi
4. cipier

Het ??? voor de moord
op zijn vrouw was geld.

1. alibi
2. motief
3. verhoor
4. bekeuring

Wat voor soort relatie zit er in deze uitdrukking:

opgroeien 'voor galg en rad'

1. dit is een tegenstelling
2. dit zijn synoniemen
3. betekenis van de woorden ligt dicht bij elkaar

Wat voor soort relatie zit er in deze uitdrukking:

Er zit 'kop noch staart' aan.

1. dit is een tegenstelling
2. dit zijn synoniemen
3. betekenis van de woorden ligt dicht bij elkaar

Wat voor soort relatie zit er in deze uitdrukking:

Hij levert een strijd 'op leven en dood'.

1. dit is een tegenstelling
2. dit zijn synoniemen
3. betekenis van de woorden ligt dicht bij elkaar

Wat voor soort relatie zit er in deze uitdrukking:

Zij zal het 'vast en zeker' doen.

1. dit is een tegenstelling
2. dit zijn synoniemen
3. betekenis van de woorden ligt dicht bij elkaar

Wat voor soort relatie zit er in deze uitdrukking:

Wij maken ons huiswerk 'te hooi en te gras'.

1. dit is een tegenstelling
2. dit zijn synoniemen
3. betekenis van de woorden ligt dicht bij elkaar